Ruim 1100 bij CHBB in een of meerdere registers geregistreerde huisartsen werden aangeschreven en iets meer dan een derde van hen reageerde. Niet-geregistreerde kaderhuisartsen konden alleen incidenteel worden benaderd. De indruk bestaat dat deze huisartsen de kaderopleiding hebben gevolgd voor de eigen vorming. In de evaluatie werden vier categorieën van bijzondere bekwaamheid gehanteerd, namelijk een ‘klinische’ kaderhuisartsregistratie (bijvoorbeeld diabetes, cardiovasculair, urogynaecologie), een ‘niet-klinische’ kaderregistratie (bijvoorbeeld beleid en beheer, of supervisie), de EKC-registratie en het Bijzonder Aanbod (bijvoorbeeld reizigersgeneeskunde, echografie). Ruim de helft van de huisartsen met een klinische kaderregistratie reageerde, maar ook van de huisartsen met speciaal aanbod verloskunde, oogheelkunde en reizigers reageerde ruim de helft. Van de huisartsen met een niet-klinische kaderregistratie reageerde ruim 40%. Van de aangeschreven EKC’s reageerde 30%.
Kaderhuisartsen besteden gemiddeld twee dagen per maand aan hun kaderwerkzaamheden, EKC’s een halve dag per maand. Bijzonder aanbod wordt afhankelijk van de context wisselend geleverd, tussen 14 en 40 keer per maand. Het evenwicht tussen vraag en aanbod is wisselend. Er lijkt een overaanbod van huisartsen met een registratie voor het bijzonder aanbod reisadvisering en supervisie. Tegelijk is er meer vraag dan aanbod voor kaderhuisartsen diabetes, astma/COPD en ouderenzorg. Bestuurders zijn met de kaderopleiding Beleid en Beheer goed gepositioneerd. Werkzaamheden van kaderhuisartsen worden voor ongeveer de helft financieel vergoed, niet zelden voor minder dan het reguliere huisartsentarief en relatief beter en structureler aan kaderhuisartsen in de gevestigde ketens (diabetes mellitus type 2, CVRM, astma/COPD). Bijzonder aanbod lijkt over het algemeen adequaat te worden vergoed en voor de huisarts die het aanbiedt rendabel. Er is relatief veel ontevredenheid over inhoud, inbedding en financiering van werkzaamheden door EKC’s.
Stakeholders als verzekeraars, zorggroepen, koepelorganisaties en ook ziekenhuizen zijn ondervraagd en zien over het algemeen kansen voor goed opgeleide en geregistreerde kaderhuisartsen, ook in het bijzonder aanbod. Zij zien echter ook tekortkomingen op het gebied van nascholing, positionering, financiering en ‘pr’.