1. Loots begint zijn artikel met de stelling dat de herkenning van sepsis buiten het ziekenhuis laag is. In het artikel bespreekt hij vervolgens enkele richtlijnen die zijn opgesteld om sepsis beter te herkennen. Wat is zijn conclusie aan het eind van het artikel?
a. Buiten het ziekenhuis is sepsis niet betrouwbaar aan te tonen of uit te sluiten.
b. Bruikbare adviezen voor de herkenning van sepsis zijn eenvoudig aan de huisarts te geven.
c. Buiten het ziekenhuis is sepsis betrouwbaar aan te tonen en uit te sluiten.
2. De alarmsymptomen uit de richtlijn ‘UK Sepsis trust’ zijn afgeleid uit onderzoeksresultaten uit de tweede lijn. Toepassing van deze alarmsymptomen in de eerste lijn leidt tot overschatting van de diagnose sepsis. Wat is hiervan de oorzaak?
a. De eerstelijnspopulatie is gezonder dan de ziekenhuispopulatie.
b. Het begrip alarmsymptoom wordt breder gehanteerd in de eerste lijn.
c. De diagnose sepsis wordt makkelijker gesteld in de eerste lijn.
3. In de NHG-Standaarden staat weinig informatie over de diagnostiek en het beleid bij sepsis. De NICE-richtlijn uit het Verenigd Koninkrijk bevat wel een onderdeel voor de huisarts, met aanwijzingen wanneer de huisarts bij mogelijke sepsis dient te verwijzen. Waar zijn de verwijscriteria (rode vlaggen) in deze richtlijn overwegend op gebaseerd?
a. Op de bevindingen van het ABCD-onderzoek (vitale parameters).
b. Op de aanwezigheid van bepaalde symptomen (anamnese).
c. Op informatie over het beloop van het ziektebeeld.
4. De diagnose sepsis kan in de eerste lijn alleen met enige mate van onzekerheid worden gesteld. Loots geeft aan hoe de huisarts met die onzekerheid kan omgaan in termen van beleid. Vanaf welke mate van (on)zekerheid moeten alle gevallen volgens hem worden verwezen?
a. Al bij twijfel over de diagnose sepsis.
b. Pas bij verdenking op de diagnose sepsis.
c. Pas bij vrijwel zekerheid over de diagnose sepsis.
5. In een retrospectief onderzoek werd geprobeerd bij 448 kinderen met een meningokokkensepsis of -meningitis het beloop in kaart te brengen. Bij 72% waren er vroege symptomen van een beginnende sepsis. Deze symptomen traden op tussen de vier en zes uur na het begin van de ziekte. De meest voorkomende vroege symptomen waren spierpijn in de benen en een afwijkende huidskleur. Wat was nog meer een vroeg symptoom?
a. Hemorragische rash.
b. Koude acra.
c. Meningeale prikkeling.
d. Verlaagd bewustzijn.
6. De kwetsbare oudere heeft een verhoogd risico op sepsis. De herkenning is lastig, omdat tekenen van infectie en orgaanfalen subtiel kunnen zijn. Loots geeft aan dat een aantal tekenen de huisarts in een vroeg stadium op het spoor van orgaanfalen en sepsis kan zetten. Tachypnoe, tachycardie en veranderde mentale status horen daartoe. Wat is nog meer een vroeg teken?
a. Afwezige darmperistaltiek.
b. Verhoogde bloedglucose.
c. Verhoogde lichaamstemperatuur.
d. Verminderde urineproductie.
7. De huisarts bezoekt mevrouw Polman, 82 jaar, vanwege een urineweginfectie met koorts. Mevrouw Polman geeft verwarde antwoorden als de huisarts haar vragen stelt. ABCD-onderzoek levert de volgende informatie op: AF: 23/min, SaO2: 95%, RRZ: 110/75 mmHg, pols: 98 slagen/min, glucose: 7,2 mmol/l. De huisarts denkt aan sepsis en besluit mevrouw Polman in te sturen. Wat doet u in afwachting van de ambulance?
a. Antibiotica toedienen.
b. Intravenus vloeistof toedienen.
c. Zuurstof geven.
8. De vijfjarige Jimmy heeft sinds een week krampende buikpijn en pijnlijke knieën en enkels. Hij maakt geen erg zieke indruk en heeft geen koorts. Bij onderzoek zijn er op de benen verspreid palpabele, niet-wegdrukbare, paarse plekjes. Onderzoek van de buik en het hoofd-halsgebied is normaal. Bij welk ziektebeeld passen al deze symptomen het beste?
a. Meningokokkensepsis.
b. Systemische lupus erythematodes.
c. Ziekte van Henoch-Schönlein.
d. Ziekte van Kawasaki.
De kennistoets gaat over één artikel in dit nummer van H&W, namelijk: Loots FJ, Prins AM, Tjan DHT, Koekoek WAC, Hopstaken RM, Giesen P. Herkenning van sepsis bij volwassenen. Huisarts Wet 2017;60(8):400-3.
Daarnaast is gebruikgemaakt van de volgende bronnen:
-
NHG-werkgroep Standaard Kinderen met koorts. NHG-Standaard Kinderen met koorts (derde herziening). Huisarts Wet 2016;59(11):484-91.
-
Gieteling MJ, Van Dijk PA, De Jonge AH, et al. NHG-Standaard Buikpijn bij kinderen. Huisarts Wet 2012;55(9):404-9.
-
Heymans HSA, Derksen-Lubsen G, Draaisma JMTh, Van Goudoever JB, Nieuwenhuis EES (red.). Leerboek kindergeneeskunde. Utrecht: De Tijdstroom, 2015: 360-1, 485.
Antwoorden
1a
Loots FJ, Prins AM, Tjan DHT, Koekoek WAC, Hopstaken RM, Giesen P. Herkenning van sepsis bij volwassenen. Huisarts Wet 2017;60(8):400-3.
2a
Loots FJ, Prins AM, Tjan DHT, Koekoek WAC, Hopstaken RM, Giesen P. Herkenning van sepsis bij volwassenen. Huisarts Wet 2017;60(8):400-3.
3a
Loots FJ, Prins AM, Tjan DHT, Koekoek WAC, Hopstaken RM, Giesen P. Herkenning van sepsis bij volwassenen. Huisarts Wet 2017;60(8):400-3.
4b
Loots FJ, Prins AM, Tjan DHT, Koekoek WAC, Hopstaken RM, Giesen P. Herkenning van sepsis bij volwassenen. Huisarts Wet 2017;60(8):400-3.
5b
NHG-werkgroep Standaard Kinderen met koorts. NHG-Standaard Kinderen met koorts (derde herziening). Huisarts Wet 2016;59(11): 484-91.
6d
Loots FJ, Prins AM, Tjan DHT, Koekoek WAC, Hopstaken RM, Giesen P. Herkenning van sepsis bij volwassenen. Huisarts Wet 2017;60(8):400-3.
7b
Loots FJ, Prins AM, Tjan DHT, Koekoek WAC, Hopstaken RM, Giesen P. Herkenning van sepsis bij volwassenen. Huisarts Wet 2017;60(8):400-3.
8c
Gieteling MJ, Van Dijk PA, De Jonge AH, et al. NHG-Standaard Buikpijn bij kinderen. Huisarts Wet 2012;55(9): 404-9.
Heymans HSA, Derksen-Lubsen G, Draaisma JMTh, Van Goudoever JB, Nieuwenhuis EES (red.). Leerboek kindergeneeskunde. Utrecht: De Tijdstroom, 2015: 360-1, 485.
De vragen van deze kennistoets zijn gemaakt door Henk Folkers, werkzaam bij de Huisartsenopleiding Nederland. Over vragen en antwoorden wordt niet gecorrespondeerd.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.