Vergis u niet, ik was helemaal geen doetje. Namens de klas protesteerde ik fel tegen ‘wéér geen ijsvrij’, ik trad op tegen allerlei ander sociaal onrecht en luisterde, gebrekkig pianospelend, de wervingsavond van de lokale fanfare op, om maar eens een paar heldendaden te noemen. Maar er zijn zaken waar een mens niet tegen opgewassen is. Dat kan een opperwezen zijn dat alles ziet en niet rust voor iedereen in nederigheid neerzijgt. Maar het kan ook een medisch specialist zijn die (suggereert dat hij) beslist over je uiteindelijke sterven of in leven blijven.
Hoezeer zijn gelovigen te benijden! Herman Finkers, wiens optreden wij onlangs bezochten, heeft geloof in de dokters. Zijn hele familie heeft dat. Toen zijn grootvader stervende was, zei de huisarts: ‘Het spijt mij, mevrouw, uw man is overleden.’ Maar opa zei zachtjes: ‘Ik ben helemaal nog niet dood.’ Waarop oma zei: ‘Houd je mond, Cor, de dokter zal het heus wel het beste weten...!’ Ik heb helemaal niets van dat soort geloof. Ik denk altijd: je zal zien dat het fout gaat. Ook al weet ik allang dat het helemaal geen zin heeft om zo te denken, want zonder dat ik dat denk, gaat het óók wel fout.
Sinds een aantal maanden leef ik weer volledig als een gezond en vitaal mens. Je bent dan snel vergeten in wat voor volledig hulpeloze toestand je in het ziekenhuis was: hoe willoos je je van alles liet wijsmaken en aanpraten, hoe dom je belangrijke vragen uit angst achterwege liet, hoe soepel je regelrechte fouten voor lief nam, hoe gemakkelijk je meeging met suggesties die niet goed doordacht bleken, en ga zo maar door. En dat is erg jammer, want juist als je weer normaal functioneert zou je dat aan artsen haarfijn kunnen uitleggen! Hans van der Voort hvdvoort@knmg.nl
Reacties
Er zijn nog geen reacties.