Waar woorden falen, helpen beelden. Kitty Zwart, tot 1995 hoogleraar Vertaalwetenschappen en dus bedreven in het wegen van woorden, kreeg in 1991 borstkanker. Amputatie, bestraling en chemotherapie volgen. Visioenen achtervolgen haar en zij besluit de ziekte creatief te verbeelden. Eén van haar eerste kunstwerken is Zelfportret met poes, een hoekig, felblauw lichaam met één borst, geprojecteerd op een zachtgroene achtergrond. Op schoot luiert het lauwwarme lijf van de zo vertrouwde poes. Naderhand ziet Kitty Zwart dat zij het litteken aan de verkeerde kant schilderde. Zij heeft daarvoor geen verklaring. Merkwaardig eigenlijk, want een reden ligt voor de hand: ze tekende haar spiegelbeeld. Waarschijnlijk bekeek ze talloze malen de gehavende borstkas en de vuurrode kruissteek van de hechtnaad. Illustratie en een bijpassend gedicht stammen uit het boek Kanker in beeld – Verwerking door creatieve expressie, de neerslag van een tentoonstelling met werk van diverse patiënten. Zieken als kunstenaars in een soort ‘dialogue intérieur’ met hun tumor. Ondertussen strompelt op populatieniveau de wetenschap voort. Genvorsers speuren via het kunstoog van de elektronenmicroscoop naar BRCA1- en BRCA2-mutaties. Dankzij de techniek is het mogelijk op jonge leeftijd aan te tonen of men een erfelijke aanleg voor borstkanker heeft. Dit brengt voor de patiënt een fiks dilemma met zich mee: moet zij preventief haar borsten laten amputeren of kiest zij voor intensieve controle? Cijfermatig is dat ‘goed’ uit te leggen, maar emotioneel is dat veel moeilijker. Met concrete voorbeelden ‘leest’ en ‘oogt’ een dergelijke tekst indringender. Onder de kop ‘Ik héb tenminste een keus’ presenteerde het gratis dagblad Spits een reportage met twee vriendinnen, Miranda (die koos voor amputatie) en Debby (die koos voor intensieve controle). De pregnantie van het medisch dilemma, de weergave van de afwegingen en de beleving van beide vrouwen, de bijbehorende foto van lachende meiden en – niet te vergeten – de toegevoegde zeggingskracht van het feit dat het twee vriendinnen zijn, maken dit soort gevalsbeschrijvingen (bijna) voorbeeldig. Voortvarendheid in het toepassen van nieuwe DNA-technieken kan de betrokkenen overrompelen en meevoeren in een therapie die zij achteraf wellicht betreuren. Kennis van een genetisch verhoogde kans op een ernstige ziekte kan onwenselijk en onmenselijk zijn. Een genfout is geen kruisteken.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.