Het is bekend dat overmatig drinken samenhangt met hersenatrofie en dat licht alcoholgebruik beschermt tegen cognitieve achteruitgang en cardiovasculaire ziektes. Er is echter weinig bekend over het effect van matig drinken. Brits onderzoek toont nu aan dat ook matig alcoholgebruik een verhoogd risico geeft op hersenatrofie en cognitieve achteruitgang. Er werd geen bewijs gevonden voor het beschermend effect van licht alcoholgebruik.
De onderzoekers deden een observationeel onderzoek van 30 jaar (1985 tot 2015) onder 550 mannen en vrouwen, willekeurig geselecteerd uit een bestaand Brits cohortonderzoek. Zij verzamelden gegevens over bijvoorbeeld gezondheid, leefstijl en alcoholgebruik. Om de vijf jaar namen zij cognitieve tests af om het geheugen en taalgebruik te meten. Aan het eind van het onderzoek werd een MRI-scan van de hersenen gemaakt om de hippocampus en witte en grijze massa te beoordelen. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 43 jaar (SD 5,4).
Na correctie voor leeftijd, geslacht en sociaaleconomische status hadden overmatige drinkers (> 30 eenheden (EH)/week) en matige drinkers (14 tot 21 EH/week) een hoger risico op hersenatrofie (respectievelijk OR 5,8; 95%-BI 1,8 tot 18,6 en OR 3,4; 95%-BI 1,4 tot 8,1) dan geheelonthouders (< 1 EH/week). Overmatige alcoholconsumptie hing ook samen met veranderingen in het corpus callosum en achteruitgang in taalgebruik. Licht drinken (1 < EH/week) had in vergelijking met geheelonthouding geen beschermend effect bij hersenatrofie of cognitief functioneren.
De NHG-Standaard Problematisch alcoholgebruik geldt voor alle patiënten bij wie drank leidt tot lichamelijke, psychische of sociale problemen en daarbij is de hoeveelheid alcohol van ondergeschikt belang. Alertheid is dus geboden voor matige drinkers, die geen problemen hoeven te ondervinden maar wel een gezondheidsrisico hebben.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.