Nieuws

Minder opvliegers in de huisartsenpraktijk

Gepubliceerd
4 april 2012
Opvliegers en klachten van vaginale atrofie zijn de meest voorkomende problemen van vrouwen in de overgang: 55 tot 60% van hen heeft opvliegers en ongeveer 30% van de postmenopauzale vrouwen heeft klachten van vaginale atrofie. Deze klachten leiden echter steeds minder vaak tot een bezoek aan de huisarts.

Scherpe daling

Het aantal vrouwen dat hun huisarts voor het eerst met overgangsklachten raadpleegt is in de periode 2003-2010 bijna gehalveerd. In de leeftijdgroep van 45 tot 65 jaar daalde de incidentie van 30 per 1000 in 2003 naar 17 per 1000 in 2010 [figuur 1]. Een vergelijkbare afname zien we in de oudere leeftijdsgroepen. Bij jongere vrouwen is geen afname waarneembaar.
De oorzaak van deze scherpe daling kan verband houden met publicaties over de bijwerkingen van hormoontherapie, zoals een verhoogd risico op trombo-embolische complicaties en op een mammacarcinoom. Hierdoor zouden artsen en patiënten terughoudender zijn geworden met hormoontherapie en mogelijk bezoeken hierdoor ook minder vrouwen de huisarts vanwege overgangsklachten.

Voorschriften

Huisartsen schrijven aan patiënten met overgangsklachten gemiddeld 2 tot 3 recepten per jaar uit. Dat aantal veranderde niet in de periode 2003-2010. Er komen dus minder vrouwen met overgangsklachten bij de huisarts, maar degene die wel komen krijgen nog steeds evenveel voorschriften.
Voor lokaal gebruik bij vaginale atrofie is estriol in alle jaren het meest voorgeschreven middel [figuur 2]. Het aandeel recepten voor systemische hormoontherapie is in dezelfde periode gehalveerd. In 2003 bestond ruim 25% van de voorschriften uit combinatiepreparaten, in 2010 was dit nog maar 12%. Daarentegen is het aandeel voorschriften van clonidine – een antihypertensivum dat effectief zou zijn om het aantal opvliegers te verminderen – meer dan verdubbeld van 10% naar 21%. Tibolon – een synthetisch steroïd met een oestrogeen effect dat de NHG-Standaard ontraadt – heeft een stabiel aandeel van zo’n 8%.
Hoewel ook vrouwen ouder dan 65 jaar hun huisarts steeds minder vaak consulteren voor overgangsklachten, werd aan degenen die wel bij de huisarts kwamen in 2010 vaker een recept voorgeschreven dan in 2003. In 60% van de gevallen was het voorgeschreven middel het lokaal aan of in te brengen estriol. Tibolon en clonidine volgden met respectievelijk 8% en 7%.

Herziene NHG-Standaard

Bij overgangsklachten volstaat vaak voorlichting, medicamenteuze behandeling is zelden nodig, zo luidt één van de kernboodschappen van de herziene NHG-Standaard De overgang. Opvliegers die leiden tot belangrijke beperkingen in het dagelijks leven kunnen een indicatie zijn voor kortdurende, systemische hormoontherapie. De indicatie voor clonidine is in de herziene standaard beperkt: het reduceert het aantal opvliegers nauwelijks en is alleen bewezen effectief bij vrouwen die tamoxifen gebruiken. Tibolon wordt echter ontraden, net als in de vorige standaard: het vermindert wel het aantal opvliegers, maar geeft een verhoogd risico op endometriumcarcinoom, mammacarcinoom en vooral bij oudere vrouwen ook een verhoogd risico op een CVA. Voor klachten bij vaginale atrofie blijft het advies lokaal estriol te gebruiken.

Colofon

De hier beschreven analyses zijn uitgevoerd met gegevens uit het Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg (LINH). LINH maakt gebruik van gegevens uit de elektronische patiëntendossiers (EPD’s) van deelnemende huisartsen. LINH verzamelt op continue basis gegevens over aandoeningen (ICPC-gecodeerde diagnose), aantallen contacten/verrichtingen, geneesmiddelvoorschriften en verwijzingen (zie ook www.linh.nl).

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen