Minder scepsis over vaccinaties door video-interventie?

Om dit te onderzoeken, wilden de onderzoekers tijdens de verplichte wachttijd na de tweede COVID-19-vaccinatie in 2021 647 deelnemers randomiseren in 2 groepen. Wegens tegenvallende reacties werden 528 deelnemers geïncludeerd (50.7% man, gemiddeld 35.3 jaar). De interventiegroep (n = 260) kreeg een filmpje te zien met uitleg over de werking van vaccinaties en dat bijwerkingen normale tekenen zijn van de werking van het vaccin, tenzij ernstig of langdurig. De controlegroep (n = 268) kreeg alleen algemene informatie over bijwerkingen (standaardzorg). Beide groepen ontvingen 3 dagen na vaccinatie een vragenlijst.

Uitkomsten

De onderzoekers zagen een significant verschil in de bezorgdheid (M) over bijwerkingen op een schaal van 1 (helemaal niet) tot 10 (extreem) (interventiegroep M = 2.1, SD 1.44, controlegroep M = 2.47 SD 1.82; d = 0.23). Een effectgrootte (Cohen’s d) van 0.20 staat voor een klein effect (0.50 = middelmatig, > = 0.80 = groot effect). De interventie had geen invloed op de ervaren hinder door bijwerkingen of het consulteren van zorgverleners. Deelnemers uit de interventiegroep waren iets gemotiveerder voor soortgelijke, toekomstige vaccinaties en vaccinaties in het algemeen, maar eveneens met kleine effectgroottes (d = 0.23, respectievelijk d = 0.26).

Kanttekeningen

Een belangrijke kanttekening is dat het onderzoek vanwege lockdownmaatregelen tijdens de tweede vaccinatieronde plaatsvond, mogelijk leidend tot selectie van deelnemers met een grotere vaccinatiebereidheid. Of de interventie een groter effect zou hebben bij patiënten die niet eerder een vaccinatie kregen, is onduidelijk.

Ten slotte

De effecten van de video-interventie zijn klein en de klinische relevantie is onduidelijk. Dit onderzoek bevestigt dat goede uitleg over een behandeling, die aansluit bij de patiënt, een geringe invloed kan hebben op diens beleving ervan. Een goede reminder voor de huisarts om tijd te blijven investeren in goede voorlichting over behandelingen.