Morbide obesitas [Kennistoets]

1. De mens is van nature beter beschermd tegen gewichtsafname dan tegen gewichtstoename. Het gewichtsverlies bij een calorie­beperkt dieet valt vaak tegen. Welke verklaring geeft de NHG-Standaard Obesitas daarvoor? 1

a. Bij caloriebeperking neemt het rustmetabolisme af.

b. Bij caloriebeperking treedt er compensatoire verhoging van de calorieopname op uit de darm.

2. Visser beschrijft een patiënt bij wie een bariatrische ingreep uit het verleden niet werd meegenomen bij de keuze van een anticoagulans. Het voorgeschreven anticoagulans heeft geen gegarandeerde werkzame bloedspiegel na bariatrische chirurgie. De patiënt kreeg mogelijk om die reden een herseninfarct. Om welk anticoagulans gaat het? 2

a. Directwerkend oraal anticoagulans (DOAC)

b. Heparine (LMWH)

c. Vitamine K-antagonist (cumarines)

3. Medicatiebewaking wordt ingeschakeld als de huisarts ICPC-code ‘T82 obesitas’ of ‘behandeling bariatrische chirurgie’ invoert en deze ook in het HIS vastlegt als contra-indicatie. Bij verwijdering van de contra-indicatie stoppen de medicatieadviezen. Wanneer hoort de huisarts deze te verwijderen? 2 , 3

a. Bij obesitas nooit, na bariatrische chirurgie nooit

b. Bij obesitas nooit, bij bariatrische chirurgie 10 jaar na de operatie

c. Bij obesitas bij een BMI < 40, bij bariatrische chirurgie nooit

d. Bij obesitas bij een BMI < 40, bij bariatrische chirurgie 10 jaar na de operatie

4. De KNMP-werkgroep is verantwoordelijk voor de medicatieadviezen in het HIS. Wat is hun advies over het gebruik van orale anticonceptiva in het eerste jaar na bariatrische chirurgie? 2

a. Orale anticonceptiva zijn gecontra-indiceerd.

b. Orale anticonceptiva zijn veilig en betrouwbaar.

c. Orale anticonceptiva zijn pas veilig en betrouwbaar als de zwaardere 50- pil wordt gebruikt.

5. Liraglutide is een veelgebruikt afslankmedicijn. Het is effectief bij obesitas. Het wordt vergoed vanuit de basisverzekering voor slechts een beperkte groep mensen met ernstig overgewicht. Toediening gebeurt via een dagelijkse, subcutane injectie. Wat is nodig om het gewichtsverlies vast te houden? 4 , 5

a. Medicatie kan na 6 maanden gebruik worden gestaakt, gewicht stabiliseert.

b. Medicatie kan op de lange termijn ‘om de dag’ worden gebruikt.

c. Medicatie dient levenslang dagelijks te worden gebruikt.

6. De gecombineerde leefstijlinterventie (GLI) is de meest effectieve behandeling bij overgewicht. De GLI bestaat uit voedings-, bewegings- en gedragsinterventies. Hoe zijn de doelen in de NHG-Standaard Obesitas geformuleerd voor de eerste 2 jaar? 1

a. In het eerste jaar behalen van gewichtsverlies, in het tweede jaar zorgen voor gewichtsbehoud.

b. In het eerste jaar behalen van gewichtsverlies, in het tweede jaar verdere gewichtsafname.

c. Na de eerste 2 jaren bereiken van > 5 % gewichtsverlies.

7. De NHG-Standaard Obesitas stelt dat het bereiken van een normaal gewicht voor de meeste volwassenen met overgewicht niet haalbaar is. De NHG-Standaard noemt een gewichtsvermindering die wel haalbaar is en ook gezondheidswinst oplevert. Welke gewichtsdaling is daarvan een voorbeeld? 1

a. Volwassene 105 kg valt af naar 98 kg (5 tot 10% gewichtsverlies)

b. Volwassene 105 kg valt af naar 91 kg (10 tot 15% gewichtsverlies)

c. Volwassene 105 kg valt af naar 85 kg (15 tot 20% gewichtsverlies)

8. Langetermijncomplicaties van bariatrische chirurgie zijn galstenen en deficiënties. Deficiënties kunnen optreden van calcium, vitamine B1, vitamine B12, vitamine D en eiwit. Aan welke stof kan de patiënt ook een tekort krijgen? 1

a. Natrium

b. Vitamine C

c. Vitamine K

d. IJzer