Longontsteking is een gevreesd ziektebeeld. De aandoening leidt vaak tot ziekenhuisopname en soms tot overlijden. Streptococcus pneumoniae is een van de verwekkers. Vaccinatie tegen deze verwekker is bij kinderen effectief gebleken. Voor ouderen is de effectiviteit nog onduidelijk. Nieuw onderzoek hierover werpt mogelijk nieuw licht op de zaak.
Tussen 2008 en 2013 vond het CAPITA-onderzoek plaats, de resultaten werden dit jaar gepubliceerd in de New England Journal of Medicine (19 maart 2015). Het betrof een samenwerking tussen het Julius Centrum van het UMC Utrecht en Pfizer, fabrikant van het pneumokokkenvaccin en sponsor van het onderzoek.
Het gaat om een van de grootste RCT’s die wereldwijd ooit is uitgevoerd, logistiek een geweldige prestatie. Ruim 84.000 mensen van 65 jaar en ouder deden mee, geworven in de praktijken van zo’n 2200 huisartsen. Ook waren 40 ziekenhuizen betrokken. Het lot bepaalde of de deelnemers het pneumokokkenvaccin kregen of een placebo. Deelnemers en onderzoekers, inclusief de beoordelaars van de uitkomsten, waren er niet van op de hoogte wie het echte vaccin kreeg en wie placebo.
Er zijn veel verschillende serotypes van de pneumokok. Het onderzochte vaccin bevatte 13 verschillende serotypes. De belangrijkste uitkomstmaat van het onderzoek was een eerste optreden van een pneumonie met één van de serotypes die in het vaccin waren opgenomen. De gemiddelde follow-upduur was bijna vier jaar.
Wat leverde het op? In de groep die het echte vaccin kreeg, werd 46% minder pneumonieën gevonden waarbij een van de vaccinserotypes in het spel was dan in de placebogroep. Op het eerste gezicht indrukwekkend, die 46% reductie. Maar we hebben hier te maken met een relatieve risicoreductie, een maat die we vaak aantreffen in geneesmiddeladvertenties vanwege het rooskleurige beeld.
Een realistischer beeld krijgen we als we nagaan om welk deel van de deelnemers het ging. Wat blijkt: in de placebogroep kregen 90 patiënten een pneumonie en in de vaccingroep 49 patiënten. Dat komt neer op 2 per 1000 tegenover 1 per 1000. Dit betekent dat 1000 patiënten eenmalig gevaccineerd moeten worden om in vier jaar één pneumonie te voorkomen.
Ondanks het feit dat het vaccin maar liefst 13 serotypes bevatte, bleek slechts 13% van de pneumonieën veroorzaakt door deze serotypes. Het vaccin zal dus slechts een klein deel van alle pneumokokkenpneumonieën terugdringen.
De onderzoekers vonden geen significant verschil voor alle pneumokokkenpneumonieën ongeacht serotype, voor sterfte als gevolg van pneumonie evenmin. In beide groepen overleden slechts twee patiënten door een pneumonie op basis van een van de serotypes in het vaccin. Het is dan ook zeer de vraag of grootschalige invoering van een dergelijke vaccinatie de sterfte door pneumonie zal reduceren.
In het artikel ontbreekt informatie over ziekenhuisopnames en ander zorggebruik in verband met de pneumonie. Voor een afweging van kosten en effecten is dergelijke informatie onontbeerlijk.
Ten slotte kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de betrokkenheid van de vaccinfabrikant een genuanceerdere publicatie in de weg heeft gestaan.