Samenvatting
De nieuwe NHG-Standaard Hand- en polsklachten beschrijft een zevental specifieke aandoeningen van hand en pols, maar laat enkele lastige problemen, zoals RSI en het Complex Regionaal Pijnsyndroom (voorheen Sudeckatrofie), onbesproken. De huisarts kan de in deze NHG-Standaard beschreven aandoeningen meestal zelf diagnosticeren en behandelen.
Diagnostiek
Voor de diagnostiek van artrose van de hand zijn röntgenfoto’s over het algemeen weinig zinvol, omdat hierop regelmatig afwijkingen te zien zijn terwijl de patiënten geen klachten aangeven. Omgekeerd toont een röntgenfoto soms geen afwijkingen aan terwijl de patiënten wel degelijk klachten hebben. Wel is het zinvol om een röntgenopname te maken bij een mallet finger vanwege de eventuele intra-articulaire uitbreiding van een avulsiefractuur. Bij aantasting van meer dan 30% van het gewrichtsoppervlak is verwijzing geïndiceerd. Bij tendovaginitis van De Quervain blijkt de finkelsteintest redelijk betrouwbaar.
Behandeling
Bij de behandeling van klachten van hand en pols is plaats ingeruimd voor lokale NSAID’s, waarvan het effect vergelijkbaar is met systemische toepassing. Een groot voordeel van de lokale toepassing is het vrijwel ontbreken van bijwerkingen. Bij de meeste in de standaard besproken hand- en polsklachten kan een spalk verlichting geven van klachten. Vaak is echter op termijn een corticosteroïdeninjectie aangewezen. De procedure van toediening staat niet in de standaard beschreven.
Implementatiematerialen
In het kader van een wetenschappelijke stage is een onderzoek gedaan in twintig huisartsenpraktijken. Doel was de behoefte van huisartsen aan implementatieproducten rond deze standaard te peilen en mogelijke knelpunten bij de invoering in kaart te brengen. In de huisartseninterviews en de beide focusgroepen kwam naar voren dat anatomisch inzicht en vaardigheid in het geven van injecties de grootste lacunes vormen bij de behandeling van hand- en polsklachten. Op dit moment kan de huisarts terecht in het recentelijk uitgekomen. Handboek verrichtingen in de huisartsenpraktijk.1 Het boek geeft zeer duidelijke instructies in woord en beeld.
Nascholing
Om tegemoet te komen aan de wens van ‘injectiecursussen’ heeft het NHG cursusmateriaal ontwikkeld voor nascholing in groepsverband. Erkend Kwaliteitsconsulenten, en andere huisartsen die nascholing organiseren, kunnen met dit materiaal een injectiecursus voor collega-huisartsen organiseren. In de cursus wordt de anatomie van de hand en de pols herhaald en worden in filmpjes de injecties op een fantoom getoond. De filmpjes zijn digitaal beschikbaar ( zie www.nhg.org>scholing>onderwijsmateriaal in toetsgroepen). Huisartsen kunnen vervolgens in een huisartsopleidingsinstituut in hun regio oefenen op fantomen met de procedures van corticosteroïdeninjecties.
Patiëntenvoorlichting
Voor de patiënten zijn zeven nieuwe NHG-Patiëntenbrieven beschikbaar: Carpaletunnelsyndroom, Ganglion van pols of hand, Springvinger, Malletvinger, Contractuur van Dupuytren, Peesirritatie van De Quervain en Artrose van uw hand. In de NHG-Patiëntenafbeeldingen is alleen het carpaletunnelsyndroom opgenomen.
Vanaf januari 2009 maakt de redactie ruimte voor implementatie van onderwerpen die in H&W worden besproken. Louwrens Boomsma vat de NHG-inbreng samen (l.boomsma@nhg.org).
Literatuur
- 1.↲Goudswaard AN, In ’t Veld CJ, Kramer WLM. Handboek verrichtingen in de huisartsenpraktijk. Houten/Utrecht: Prelum/NHG, 2009.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.