De NHG-Standaard Hoofdpijn geeft een goed overzicht van de beschikbare kennis op dit gebied. Toch hebben de auteurs naar mijn idee iets belangrijks over het hoofd gezien: er staat niets in over de mogelijke rol van depressie bij hoofdpijn. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat depressieve mensen vaker migraine rapporteren dan niet-depressieve mensen en dat mensen met migraine vaker depressieve klachten hebben dan mensen zonder migraine. 2-4 Daarbij lijkt de relatie tussen depressie en migraine sterker dan de, vaak ook significante, relatie tussen depressie en andere aandoeningen. 5 Ook uit longitudinaal onderzoek komt het verband sterk naar voren. Zo blijkt uit een zeer goed beschreven onderzoek van Breslau et al. dat mensen met een depressieve stoornis een veel grotere kans hebben op het krijgen van migraine en omgekeerd. 6 Pathofysiologisch verklaart men de relatie uit een overeenkomstige rol van centrale neurotransmitters (bijvoorbeeld serotonine) bij het ontstaan van zowel migraine als depressie. 7 De relatie lijkt me zeer relevant voor de huisarts. Het feit dat een patiënt met migraine een grotere kans heeft op depressieve klachten – die wellicht zelfs al bestonden voordat de migraine begon – kan belangrijke consequenties hebben voor de behandeling. Bijvoorbeeld de medicatie die de huisarts in zo'n geval moet geven. Dat kunnen migrainemiddelen zijn, maar wellicht kunnen de klachten verholpen worden met één middel (bijvoorbeeld een antidepressivum) dat beide ziekten aanpakt. 7,8 Aan de andere kant moet de huisarts ook oppassen voor ongewenste interactie tussen de verschillende medicamenten als hij besluit beide aandoeningen apart aan te pakken. 9 Ik kan hier de problematiek slechts kort schetsen. Voor een gedegen advies is het noodzakelijk dat de werkgroep zich hierover buigt. Een herziening van deze pas herziene standaard laat even op zich wachten, maar ik hoop dat de auteurs dit punt dan meenemen. M.G. Spigt
Antwoord
Collega Spigt merkt terecht op dat de NHG-Standaard Hoofdpijn niets vermeldt over de mogelijke rol van depressie bij hoofdpijn. Wel adviseert de standaard om te vragen naar de lijdensdruk en belemmeringen in het dagelijks functioneren thuis, op het werk of in de vrije tijd. Hiermee is het aannemelijk dat de huisarts depressieve gevoelens of een depressie op het spoor komt. In de volgende versie van de standaard zal de wenselijkheid van een meer expliciete anamnese over dit aspect worden meegenomen. Hierbij spelen ook de therapeutische mogelijkheden een rol. Dat deze nu nog beperkt zijn blijkt uit de door Spigt beschreven onderzoeken. In het artikel van Landy et al. komen de auteurs tot de conclusie dat het antidepressivum sertraline niet effectief is in de profylactische behandeling van migraine. In ander onderzoek was al gebleken dat de SSRI's fluoxetine, fluvoxamine en paroxetine niet effectief waren. De auteurs bevelen dan ook aan om de conventionele migrainemedicatie te gebruiken. Wel suggereren zij dat patiënten met migraine en een depressie die niet reageren op de conventionele migrainemedicatie mogelijk baat hebben bij een SSRI. Dit is echter geenszins aangetoond en zou dus onderwerp voor verder onderzoek moeten zijn. Terecht waarschuwt Spigt voor ongewenste interacties tussen verschillende medicijnen zoals de combinatie SSRI en een serotonerg antidepressivum, vanwege de kans op het mogelijk fataal verlopend serotoninesyndroom. Dit staat uitvoerig beschreven in de standaard. Het serotoninesyndroom is een extra reden om bij migraine altijd eerst het effect van paracetamol in voldoende hoge dosering in combinatie met een anti-emeticum af te wachten. Al met al kunnen we concluderen dat de relatie tussen een chronische aandoening zoals migraine en depressie een belangrijk onderwerp is voor de huisarts. Op dit moment is echter nog niet vastgesteld dat behandeling van een depressie met een SSRI de frequentie van de migraineaanvallen doet verminderen. Daarnaast bestaat er inmiddels wel voldoende evidence dat een profylactische behandeling van migraine met een SSRI niet effectief is. dr. M.H. Grol, dr. L. Pijnenborg, dr. A.N. Goudswaard, afdeling Richtlijnontwikkeling & Wetenschap
Literatuur
- 1.Knuistingh Neven A, Bartelink M, De Jongh T, Ongering J, Oosterhuis W, Van der Weerd P, et al. NHG-Standaard Hoofdpijn. Huisarts Wet 2004;47:411-22.
- 2.Merikangas KR, Risch NJ, Merikangas JR, Weissman MM, Kidd KK. Migraine and depression: association and familial transmission. J Psychiatr Res 1988;22:119-29.
- 3.Breslau N, Merikangas K, Bowden CL. Comorbidity of migraine and major affective disorders. Neurology 1994;44:S17-22.
- 4.Breslau N, Schultz LR, Stewart WF, Lipton RB, Lucia VC, Welch KM. Headache and major depression: is the association specific to migraine? Neurology 2000;54:308-13.
- 5.Moldin SO, Scheftner WA, Rice JP, Nelson E, Knesevich MA, Akiskal H. Association between major depressive disorder and physical illness. Psychol Med 1993;23:755-61.
- 6.Breslau N, Lipton RB, Stewart WF, Schultz LR, Welch KM. Comorbidity of migraine and depression: investigating potential etiology and prognosis. Neurology 2003;60:1308-12.
- 7.Landy S, McGinnis J, Curlin D, Laizure SC. Selective serotonin reuptake inhibitors for migraine prophylaxis. Headache 1999;39:28-32.
- 8.Silberstein SD. Preventive treatment of migraine: an overview. Cephalalgia 1997;17:67-72.
- 9.Tepper S, Allen C, Sanders D, Greene A, Boccuzzi S. Coprescription of triptans with potentially interacting medications: a cohort study involving 240,268 patients. Headache 2003;43:44-8.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.