Ranitidine en nizatidine hadden een plaats als tweede stap in het ‘step-up’-beleid bij een eerste episode van maagklachten: start met een antacidum of mucosaprotectivum (stap 1), bij onvoldoende effect gevolgd door een H2-antagonist (stap 2), bij onvoldoende effect gevolgd door een protonpompremmer (PPI) (stap 3). Momenteel zijn er nog 2 H2-antagonisten in Nederland geregistreerd: famotidine en cimetidine (beide wisselend leverbaar). Qua effectiviteit zijn beide middelen gelijkwaardig.
Belang van ‘step-up’-beleid
Ondanks de leveringsproblemen van de overgebleven H2-antagonisten is het van belang het ‘step-up’-beleid te blijven volgen en stap 2 niet over te slaan.
De voordelen van H2-antagonisten:
-
H2-antagonisten zijn aangetoond effectief.
-
H2-antagonisten lenen zich door de kortere halfwaardetijd veel beter voor ‘zo nodig’-gebruik dan PPI’s (die vanwege het reboundeffect juist aanzetten tot chronisch gebruik).
-
Bij persisterende klachten is een H. pylori-test geïndiceerd; bij een H2-antagonist kan deze test al worden uitgevoerd na 1 dag staken van de medicatie, terwijl bij gebruik van een PPI de medicatie 2 weken van tevoren moet worden gestaakt.
-
Het advies om de H. pylori-status te bepalen voorafgaand aan een mogelijk langdurig PPI-gebruik kan beter opgevolgd worden als bij klachten niet meteen een PPI wordt voorgeschreven, maar eerst een H2-antagonist.
Een belangrijke uitkomst van het ‘step-up’-beleid zou moeten zijn dat er, naast een adequate behandeling van de maagklachten, uiteindelijk minder PPI’s chronisch worden gebruikt.
In de NHG-Standaard Maagklachten is naast famotidine ook cimetidine (met inachtneming van contra-indicaties) weer opgenomen en zijn de niet meer leverbare H2-antagonisten verwijderd.
H&W Podcast
Beluister de podcast waarin apotheker Louis de Wiljes vertelt over de medicijnen die we kunnen voorschrijven voor maagklachten met bijbehorende kosten en gebruikersgemak voor de patiënt.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.