Kernboodschappen
Inleiding
Achtergronden
Terminologie
Epidemiologische gegevens
Vóórkomen van SOLK
Samengaan met angststoornissen en/of depressieve stoornissen
Pathofysiologie
Natuurlijk beloop en prognose
Factoren van invloed op ontstaan en voortbestaan
Arts-patiëntrelatie
Diversiteit
Richtlijnen diagnostiek
NHG-Standaard Prikkelbaredarmsyndroom (M71) |
NHG-Standaard Maagklachten (M36) |
NHG-Standaard Aspecifieke lagerugpijn (M54) |
NHG-Standaard Hoofdpijn (M19) |
NHG-Standaard Slaapproblemen (M23) |
NHG-Standaard Duizeligheid (M75) |
Somatische dimensie
-
klachtencluster (gastro-intestinaal, cardiopulmonaal, bewegingsapparaat algemeen aspecifiek (dat wil zeggen moeheid, hoofdpijn, duizeligheid, concentratie/geheugenklachten));
-
aard, plaats, duur, ernst en het patroon van de klachten;
-
begeleidende symptomen;
-
gebruik van medicatie (ook zonder recept) en eventuele verslavende middelen.
Cognitieve dimensie
-
de ideeën die bij de patiënt leven over het ontstaan en voortbestaan van zijn klacht (referentiekader);
-
de invloed die de patiënt hier zelf op denkt te hebben;
-
waarom de patiënt denkt bepaalde activiteiten of werkzaamheden niet (meer) te kunnen doen;
-
de verwachtingen van de patiënt omtrent de bijdrage van de huisarts of andere hulpverleners aan het oplossen van de klacht.
Emotionele dimensie
-
Welke gevoelens ervaart de patiënt door de klachten? Sommige patiënten worden depressief of angstig door de klachten, terwijl anderen zich wanhopig, moedeloos of opstandig voelen.
-
Is de patiënt erg ongerust over de klachten? Waarover maakt hij zich dan precies ongerust? Wat is de aanleiding voor die ongerustheid?
Gedragsmatige dimensie
-
vermijden van belasting of beweging, of ander vermijdingsgedrag;
-
werkverzuim;
-
negeren van de klacht, en extra doorzetten waardoor overbelasting optreedt;
-
ander gedrag dat het herstel zou kunnen belemmeren.
-
Zoekt de patiënt snel medische hulp of probeert hij lang zelf de problemen op te lossen?
-
Bezoekt hij verschillende artsen/zorgverleners voor hetzelfde probleem?
-
Wat heeft de patiënt tot nu toe zelf aan de klacht gedaan, welke maatregelen heeft hij genomen?
Sociale dimensie
-
Welke gevolgen hebben de klachten voor de belangrijkste relaties van de patiënt?
-
Hoe reageert de omgeving er op: (over)bezorgd, negatief of juist steunend?
-
Welke invloed hebben de klachten op het functioneren thuis en op het werk?
Bijkomende psychische stoornissen
Lichamelijk onderzoek, aanvullend onderzoek en diagnostische verwijzing
Evaluatie
Prognostische factoren
Evalueren van de ernst
-
lichte functionele belemmeringen; en
-
één of enkele SOLK-klachten binnen één of twee klachtenclusters (gastro-intestinaal, cardiopulmonaal, bewegingsapparaat, algemeen aspecifiek (dat wil zeggen moeheid, hoofdpijn, duizeligheid, concentratie/geheugenklachten)).
-
matig-ernstige functionele belemmeringen; en
-
meerdere SOLK-klachten in ten minste drie klachtenclusters; en/of
-
klachtenduur langer dan verwacht, afhankelijk van het normale beloop van de betreffende klacht
-
ernstige functionele belemmeringen; en
-
SOLK-klachten in alle klachtenclusters; en/of
-
klachtenduur langer dan drie maanden.
Comorbide depressie en/of angststoornis
-
de nadruk sterker ligt bij de lichamelijke klachten dan bij een depressie of angststoornis past;
-
de lichamelijke klacht al aanwezig was voordat de depressie of angststoornis begon;
-
beiden een zodanige ernst hebben dat ze een aparte behandeling vereisen.
Richtlijnen beleid
-
het komen tot een door patiënt en huisarts gezamenlijk geaccepteerde probleemdefinitie;
-
het ondanks de aanwezigheid van klachten, verminderen van onnodige ongerustheid en hinder;
-
het verbeteren van het functioneren van de patiënt op de somatische, cognitieve, emotionele, gedragsmatige en sociale dimensies.
Stap | Beleid |
---|---|
Stap 1 Patiënt met milde SOLK Door huisarts zelf | Afsluiting klachtexploratie en eventueel
verricht lichamelijk en/of aanvullend onderzoek.Gezamenlijke probleemdefinitie, op basis van de
klachtexploratie.Voorlichting en advies:
|
Stap 2 Patiënt met matig-ernstige SOLKIn samenwerking met andere eerstelijnshulpverleners | Samenwerking met/verwijzing naar:
|
Stap 3 Patiënt met ernstige SOLKIn samenwerking met tweedelijnshulpverleners | Samenwerking met/verwijzing naar:
|
-
Afsluiting van klachtexploratie en eventueel verricht lichamelijk aanvullend onderzoek
-
Gezamenlijke probleemdefinitie
Voorlichting en advies
Medicamenteuze therapie
Controles en het opstellen van een tijdcontingent plan
-
bij een sterke toename van het disfunctioneren of aanhoudende ernstige klachten: na één week;
-
bij niet of niet meer verbeteren van het disfunctioneren: na twee tot vier weken.
Gewenst: tijdcontingent | Ongewenst: klachtcontingent | |
---|---|---|
Activiteit | Blijf bewegen en breidt activiteit in x dagen uit naar norm aal. | Probeer te bewegen als de pijn/vermoeidheid het toelaat. |
Werk/dagelijkse bezigheden | Ga na 1 week (eventueel halve dagen) aan het werk. | Ga aan het werk zodra de pijn/vermoeidheid het toelaat of over is. |
Controle | Komt u na x weken terug, tenzij u dan weer normaal functioneert. | Als het niet gaat, komt u terug. |
Controles
Samenwerking/verwijzing
STAP 3
-
het blijven stimuleren van uitbreiding van het functioneren en het signaleren van achteruitgang in het functioneren (zie stap 1);
-
het beperken van langdurige behandelingen en onderzoeken die niet zinvol en mogelijk zelfs schadelijk zijn;
-
indien blijkt dat na meerdere of langdurige specifieke en intensieve behandelingen geen verbetering meer optreedt: het bevorderen dat de patiënt leert de status-quo te accepteren.
Controles
Samenwerking/verwijzing
Totstandkoming
Reacties
Er zijn nog geen reacties.