Persoonlijke continuïteit is een van de kernwaarden van de huisartsgeneeskunde.1 Deze kernwaarde staat onder druk door veranderingen in het huisartsenvak en de maatschappij. Uit eerder onderzoek blijkt dat continuïteit van zorg een positief effect heeft op de arts-patiëntrelatie, therapietrouw, aantal ziekenhuisopnames, patiënttevredenheid, zorgkosten en mortaliteit.26 Het doel van dit onderzoek is om te ontdekken of persoonlijke continuïteit is geassocieerd met voorschrijfgedrag bij ouderen in de huisartsenpraktijk. Dit is belangrijk omdat de huisarts veel (herhaal)medicatie voorschrijft en onjuist voorschrijven ernstige gevolgen kan hebben.7
Onze hypothese is dat een hoge persoonlijke continuïteit is geassocieerd met minder potentieel ongewenste geneesmiddelvoorschriften. Om dit na te gaan hebben we het CONTACT-onderzoek (CONTinuity And Correct Treatment) opgezet. We gebruiken gegevens van het Academisch Netwerk Huisartsgeneeskunde (ANH-VUmc). Deze dataset bestaat uit 4,7 miljoen geanonimiseerde contacten van 190.886 patiënten die in de periode 2013-2018 stonden ingeschreven bij 48 Nederlandse huisartsenpraktijken. Vervolgens gebruiken we 4 verschillende maten om voor iedere patiënt een persoonlijke continuïteitsscore te berekenen (de Usual Provider Continuity, Bice-Boxerman Continuity of Care Index, Herfindahl Index en Modified Modified Continuity Index).8 Daarna vergelijken we deze uitkomstmaten met het aantal potentieel ongewenste geneesmiddelen, waarbij we gebruikmaken van de Nederlandse versie van de STOPP- en START-criteria. Dit is een bewezen effectief instrument dat is ontwikkeld om potentieel ongeschikte geneesmiddelen op te sporen, aanpassingen door te voeren en daarmee schade te voorkomen. In de Multidisciplinaire Richtlijn Polyfarmacie bij ouderen wordt geadviseerd om deze criteria te gebruiken bij medicatiebeoordelingen bij ouderen.7
Het eerste onderdeel van het CONTACT-onderzoek, het in kaart brengen van de praktijk- en patiëntkenmerken die zijn geassocieerd met persoonlijke continuïteit, wordt momenteel afgerond. De eerste resultaten van het onderzoek naar de associatie tussen persoonlijke continuïteit en ongewenste geneesmiddelen worden binnenkort verwacht.
Literatuur
- 1.↲Van der Horst HE, Dijkstra R. Woudschoten 2019. Huisartsgeneeskundige kernwaarden en kerntaken herijkt. Huisarts Wet 2019;62:19-22.
- 2.↲Frederiksen HB, Kragstrup J, Dehlholm-Lambertsen B. Attachment in the doctor-patient relationship in general practice: a qualitative study. Scand J Prim Health Care 2010;28:185-90.
- 3.↲Uijen AA, Schers HJ, Schene AH, Schellevis FG, Lucassen P, Van den Bosch WJ. Experienced continuity of care in patients at risk for depression in primary care. Eur J Gen Pract 2014;20:161-6.
- 4.↲Van Walraven C, Oake N, Jennings A, Forster AJ. The association between continuity of care and outcomes: a systematic and critical review. J Eval Clin Pract 2010;16:947-56.
- 5.↲Raddish M, Horn SD, Sharkey PD. Continuity of care: is it cost effective? Am J Manag Care 1999;5:727-34.
- 6.↲Maarsingh OR, Henry Y, Van de Ven PM, Deeg DJ. Continuity of care in primary care and association with survival in older people: a 17-year prospective cohort study. Br J Gen Pract 2016;66:e531-9.
- 7.↲↲NHG, NVKG, FMS. Multidisciplinaire Richtlijn Polyfarmacie bij ouderen. Versie december 2020, geraadpleegd april 2021. richtlijnen.nhg.org.
- 8.↲Jee SH, Cabana MD. Indices for continuity of care: a systematic review of the literature. Med Care Res Rev 2006;63:158-88.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.