Sinds het vaststellen van de noodzakelijke aanwezigheid van Helicobacter pylori voor het ontstaan van peptische ulcera is de relatie tussen stress en het ontstaan van maagzweren uit het beeld verdwenen. Daarom worden peptische ulcera niet langer beschouwd als psychosomatosen. Jarenlang meenden wij als huisarts die relatie in de dagelijkse praktijk wel degelijk te kunnen leggen. Dat stress geen enkele rol meer zou spelen leek, ondanks dat veel gastroenterologen dat benadrukten, erg onwaarschijnlijk. In een artikel in Psychosomatic Medicine publiceerden Bosch et al. een onderzoek naar het effect van acute stress op de hoeveelheid sulfo-Lewis in het speeksel van zeventien gezonde studenten. Van sulfo-Lewis werd recent vastgesteld dat het een ‘adhesie-molecuul’ is van H. pylori. De onderzoekers maten de speekselgemedieerde adherentie van H. pylori. Zij verzamelden het speeksel van zeventien studenten voorafgaand aan, tijdens en na blootstelling aan een video waarin chirurgische handelingen getoond werden. Tevens werd de bloeddruk gemeten en een ECG gemaakt. Tijdens blootstelling aan stress rapporteerden de studenten een toename van angstgevoelens. Bovendien nam het slagvolume toe, en de hartslag af. Ten gevolge van de stress nam de concentratie sulfo-Lewis in het speeksel sterk toe. Dit gold ook voor de speekselgemedieerde adherentie van H. pylori. De onderzoekers concluderen dat er een direct verband bestaat tussen stressgemedieerde biochemische veranderingen en gewijzigde host-microbe-interacties bij mensen. Toegenomen bacteriële adherentie levert mogelijk een bijdrage aan de geobserveerde relatie tussen stress en de gevoeligheid voor infectieziekten. Peptische ulcera zijn dus toch weer een beetje een psychosomatose. (MvW)
Reacties
Er zijn nog geen reacties.