De GGD screende tussen 2016 en 2018 tweedejaars scholieren van 13 middelbare scholen op depressieve klachten. Ze vroegen jongeren met depressieve klachten om mee te doen aan een gerandomiseerd onderzoek. Het preventieprogramma ‘Op volle kracht’ bestond uit cognitieve gedragstherapie in 8 groepssessies met een schoolpsycholoog. De controlegroep ontving psycho-educatie via een brochure en 2 e-mails. Bij de start van het onderzoek, direct erna, en 6 en 12 maanden na de interventie vulden de jongeren en hun ouders vragenlijsten in.
Selectiebias?
Van de 5222 gescreende jongeren hadden er 469 depressieve klachten (9%). Driekwart van hen deed echter niet mee aan het onderzoek, voornamelijk omdat zij zichzelf niet beschouwden als jongeren met een hoog risico op depressie (n = 77) of omdat zij niet gemotiveerd waren (n = 69). Uiteindelijk werden 130 jongeren gerandomiseerd (63,8% vrouw; gemiddeld 13,6 jaar oud).
Afname depressie en angst
Na 12 maanden daalde de depressiescore van de jongeren in de interventiegroep met 7,9 en bij de controlegroep met 5,1 punten (schaal 0-56; hoe hoger hoe somberder; p = 0,037).
De depressiescore op de lijsten ingevuld door de ouders daalde ook, maar verschilde niet statistisch significant tussen beide groepen.
Angstklachten (schaal 0-60; hoe hoger hoe angstiger) daalden met 8 punten in de interventiegroep en met 4 punten in de controlegroep (p = 0,016). Voor suïcidaliteit, somatische klachten en perfectionisme werd geen statistisch significant verschil gevonden.
Gepast kritisch
Vanwege deze resultaten wil de staatssecretaris van Volksgezondheid het overkoepelende project waaronder ‘Op volle kracht’ valt landelijk invoeren. Dat is opvallend, gezien de lage deelname en de hoge kans op selectiebias. Ook is de klinische relevantie van het gevonden kleine verschil onduidelijk. Bovendien lijkt er een gunstig natuurlijk beloop te zijn, of een effect van de controle-interventie.
Toch kan het breed uitrollen van een interventie sommige jongeren helpen met hun depressieve klachten. Het is immers zo dat bijna 10% van de jongeren depressieve klachten heeft. Een gegeven voor huisartsen om rekening mee te houden. Meer aandacht op school voor depressieve klachten kan leiden tot een grotere zorgvraag aan de huisarts of POH-ggz-jeugd.
Meer lezen?
- Randomized control trial testing the effectiveness of implemented depression prevention in high-risk adolescents van K.W.J. De Jonge-Heesen, et al.
- Secondary outcomes of implemented depression prevention in adolescents. A Randomized Controlled Trial van K.W.J. De Jonge-Heesen, et al.
Literatuur
- De Jonge-Heesen KWJ, et al. Randomized control trial testing the effectiveness of implemented depression prevention in high-risk adolescents. BMC Med 2020;18:188.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.