Nieuws

Psychologie in de eerste lijn

Gepubliceerd
10 mei 2007

Dit boek verwoordt inhoud, organisatie en ambitie van de eerstelijnspsychologie (ELP). Het is bedoeld voor eerstelijnspsychologen en andere eerstelijnsprofessionals. Eenenveertig auteurs werkten eraan mee, onder wie vijf huisartsen. Eerst wordt uitgelegd wat de ELP biedt: diagnostiek van lichte tot matig ernstige psychische klachten en een laagdrempelig, vraaggericht en kortdurend (gemiddeld 8 sessies) behandelaanbod, zonder wachttijd. De eerstelijnspsycholoog behandelt tweederde van de aangemelde cliënten zelf, van wie slechts 9% voortijdig stopt. Cliënten melden zich met relatieproblemen (28%), aanpassingsproblemen (19%), depressie (17%), angst (13%), werkproblemen (11%), identiteitsproblemen (6%), psychosomatische klachten (6%) en overige (8%). Naast het uitvragen van klacht en hulpvraag diagnosticeert de eerstelijnspsycholoog persoonskenmerken die relevant zijn voor de therapiekeuze, zoals draagkracht, copingstijl, introspectief vermogen, zelfgevoel en sociale vaardigheden. In een apart hoofdstuk beschrijven huisartsen hoe zij psychische problemen diagnosticeren. Vervolgens komen het therapeutische proces en het therapeutisch palet aan de orde: problemsolving, interpersoonlijke therapie, cognitieve gedragstherapie, mindfulness, psychodynamische aanpak, eye movement desensitization en seksuologische behandeling. Voor zover de effectiviteit onderzocht is, blijkt een steunende empathische therapeutische relatie meer bepalend dan de specifieke inhoud van de therapie. Voor cognitieve gedragstherapie is de meeste evidence aanwezig. Kwetsbare groepen zoals ouderen, jeugd, chronisch zieken, allochtonen en arbeidsongeschikten blijken relatief weinig van de eerstelijnspsycholoog gebruik te maken. De ontwikkeling van de discipline ELP wordt beschreven, van het beroepsprofiel in 1984 tot de beroepskwalificatie in 1993. Sinds 1997 regelt de Landelijke Vereniging ELP (her)registratie en verplichte nascholing en intervisie. Zij publiceert landelijke jaarcijfers van verrichtingen die alle – in Nederland 1200 – eerstelijnspsychologen uniform moeten coderen. Veel aandacht wordt besteed aan de samenwerking met de huisarts en de ontwikkeling van landelijke samenwerkingsafspraken. Samenwerking met maatschappelijk werker en sociaal-psychiatrisch verpleegkundige wordt kort aangestipt. Wat biedt dit boek de huisarts? Ik vond het verrassend dat de eerstelijnspsycholoog diepgaande diagnostiek kan doen naar persoonskenmerken die invloed hebben op de therapie. Daarover zou ik als huisarts meer terugrapportage willen krijgen. Verder vond ik de therapiebeschrijvingen informatief: eindelijk kan ik me iets voorstellen bij voor mij onbekend psychologenjargon. De ontwikkeling van de discipline gaf veel herkenning door de parallellen met de huisartsgeneeskunde: van pionieren naar erkenning, toenemende aandacht voor registreren, evidence-based werken en richtlijnen. Jammer is dat de redactie weinig samenhang heeft aangebracht tussen de uiteenlopende hoofdstukken. Afstemmingsproblematiek van eerstelijnspsycholoog met huisarts, spv’er en maatschappelijk werker blijft onderbelicht. De eerstelijnspsycholoog wordt neergezet als dé generalist voor psychologische zorg in de eerste lijn, naast de huisarts als generalist voor somatische zorg. Zelfs nu de financiering onlangs is geregeld – vanaf 2008 zit eerstelijnspsychologie in het basispakket – is dit wel erg ambitieus. Maar het boek levert wel de basis waarop ambitie- en afstemmingsdiscussies gevoerd kunnen worden. Nettie Blankenstein

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen