Aan het begin van het onderzoek waren beide groepen (uiteraard) vergelijkbaar. De systolische bloeddruk (SBD) was 149,8 mmHg in de intensieve behandelgroep, versus 148,5 mmHg in de controlegroep. Het HbA1c was respectievelijk 53,5 en 53,3 mmol/mol en het totaal cholesterol 5,6 en 5,5 mmol/l. Tijdens de 10 jaar durende onderzoeksperiode daalde de SBD en het cholesterol fors en het HbA1c-gehalte licht, maar was er nauwelijks verschil tussen de groepen waarneembaar. Na 10 jaar al of niet intensieve behandeling waren de verschillen miniem. Niet verwonderlijk dus dat de onderzoekers tussen de groepen geen (significante) verschillen in cardiovasculaire complicaties en mortaliteit vonden. Eigenlijk was het nog verbazingwekkend dat er bij de in Nederland behandelde patiënten sprake was van een reductie van 44% van de myocardinfarcten en 56% van de CVA’s, al was dat door het geringe aantal complicaties statistisch niet-significant. (Het aantal revascularisaties was 26% hoger, wat ook niet statistisch significant was.)
Eigenlijk zouden we dus mogen concluderen: hulde aan de reguliere huisartsenzorg en ga vooral zo door! Is er dan nog iets te verbeteren? Jazeker, wat betreft BMI en roken (14% van de mensen met diabetes mellitus type 2 rookt). Als we dus gewoon doorgaan met de intensieve behandeling = de normale huisartsenzorg en ons daarbij extra richten op leefstijlfactoren als gewichtsverlies en stoppen met roken, dan zie ik de toekomst met vertrouwen tegemoet.
Jaap Kroon, kaderhuisarts diabetes zorggroep PoZoB
De auteur: Wel goed, maar geen tandje minder
Dank voor deze uitgebreide en relevante reactie op mijn journaaltje over het ADDITION-onderzoek: we deden het al goed en we doen het goed! De conclusie dat het volgens menig huisarts dus wel een tandje minder kan met de diabeteszorg deel ik overigens niet. Wel vind ik dat we het, zeker in Nederland, prima doen wat betreft diabeteszorg. Interessant is dat dat dus ook voor de in het onderzoek genoemde routinezorg geldt. De vraag blijft natuurlijk waarom die intensieve zorg dan nodig is – enige relativering daarvan is zeker op zijn plaats. En ja, er zijn nog steeds uitdagingen: BMI, rookgedrag zijn daar voorbeelden van. Hoe die aan te pakken blijft onderwerp van wetenschappelijke en implementatiediscussie, met als belangrijkste vraag: wanneer zijn we tevreden?
Wim Verstappen
Reacties
Er zijn nog geen reacties.