H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website.
H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website. We gebruiken analytische cookies om de website te verbeteren. Tevens gebruiken we cookies voor advertenties. U kunt hieronder aangeven welke cookies u toestaat. We gebruiken de volgende cookies:
Door in te loggen op HAweb krijgt u toegang tot de artikelen op HenW.org.
Beste abonnee, je hebt toegang tot HenW.org door in te loggen met je HAwebSSO-account. Onlangs heb je mail van ons ontvangen hoe je dit account kunt activeren. Hulp nodig bij het aanmaken van een nieuwe inlog? Heb je vragen? Neem dan contact op met onze supportteam via contactcentrum@nhg.org.
Onderweg naar een mogelijke reanimatie zal iedere huisarts wat anders denken. Uiteenlopend van ‘was het nou 30 om 2, of 20 om 2?’ tot ‘heeft de assistente de ambulance al gebeld? ’ In veel gevallen is de familie aanwezig op het moment dat je bij een reanimatie aankomt. Wat moet je doen? De familie wegsturen omdat het meemaken ervan voor hen traumatisch kan zijn, of is het beter dat ze erbij blijven?
In de NEJM wordt een in Frankrijk uitgevoerd onderzoek hiernaar beschreven bij 15 ambulancebasisstations (Service d’Aide Médicale d’Urgence) gerandomiseerd over 2 groepen en gevolgd tussen 2009 en 2011. Bij de interventiegroep werd aan naaste (eerstelijns) familie gevraagd of zij aanwezig wilden zijn bij de reanimatie en bij de controlegroep was de zorg zoals gebruikelijk; aan hen werd niet gevraagd of ze aanwezig wilde zijn. In totaal werden 570 patiënten gerandomiseerd. In de interventiegroep was bij 79% familie aanwezig bij de reanimatie en in de controlegroep bij 43%. Bij de interventiegroep waren er significant minder post-traumatische stress(PTS) gerelateerde en angstklachten dan in de controlegroep (adjusted OR 1,7; 95%-BI 1,2-2,5; p = 0,004); intention-to-treat-analyse). Deze uitkomst hield ook stand bij vergelijking tussen de familieleden die daadwerkelijk aanwezig waren en de familieleden die niet aanwezig waren (adjusted OR 1,6; 95%-BI 1,1-2,5; p = 0,02). Ook de emotionele stress van de hulpverlener werd niet (significant) beïnvloed en er waren niet meer tuchtzaken tegen deze hulpverleners. Alhoewel de follow-up van 20 maanden mogelijk wat kort is om dit laatste te bepalen.
De aanwezigheid van naaste familie bij de reanimatie thuis leidt dus tot minder post-traumatische stress gerelateerde klachten en minder angstklachten bij deze familie. Terwijl de aanwezigheid niet de uitkomst van de reanimatie beïnvloedt (het overlevingspercentage is 4% in dit onderzoek na 28 dagen in beide groepen).
Nu is de realiteit van een reanimatie vaak grillig en is het wel of niet aanwezigheid zijn van de naaste familie op dat moment niet onze eerste prioriteit. Maar het is wel deze familie die de rouw van verlies, of in het beste geval, invaliditeit van de naaste, zal krijgen te verwerken. Dit onderzoek leert ons dat we de familie niet moeten wegsturen maar ze juist moeten aanmoedigen om bij de reanimatie aanwezig te blijven.