Loes Meijer is huisarts bij huisartsenpraktijk Valk & Meijer in Amersfoort en onderzoeker bij UMC Utrecht. Ze promoveerde op 23 november 2023 op het proefschrift How professionals learn while collaborating: collaborative patient care across organisational boundaries.
Dat juist Meijer promoveert op onderzoek naar samenwerken en leren van elkaar is direct begrijpelijk voor iedereen die haar al kent van de vele gezamenlijke opleidingsdagen die ze heeft georganiseerd. ‘Ik ben erg van samenwerken en vind ook samen leren heel belangrijk’, zegt ze. ‘Daar moeten we al vanaf het begin van de opleidingen mee aan de slag. Daarom probeer ik zorgprofessionals ook rondom thema’s bij elkaar te zetten. Bijvoorbeeld over de brieven die we schrijven. Als je een aios vanuit het ziekenhuis en een huisarts samen brieven laat bespreken, leren ze van elkaar hoe de ander zo’n brief leest. In de praktijk zie je dat ze dan in hun volgende brieven dingen anders formuleren, omdat ze zien dat de ander hinder heeft van hoe ze dit eerder deden.’
Stukjes van de reis
Het is een sprekend voorbeeld van wat samenwerken de zorg kan brengen. In relatie tot haar onderzoek stelt Meijer dat goede samenwerking zich om te beginnen kenmerkt door 1 centraal object: als huisarts, medisch specialist en andere betrokken zorgprofessionals de patiënt centraal stellen. ‘Vanuit de organisaties waarin we als professionals zorg verlenen, kijken we allemaal anders naar de patiënt en hebben we er ook anders mee te maken’, vertelt ze. ‘De patiënt reist door de zorg – zeker als het om een chronische ziekte gaat – en allemaal zien we maar een stukje van die reis.’ Daarin gaat veel goed, maar regelmatig gaan ook dingen mis en het meest kwetsbaar is de overdracht. Als daarin inderdaad iets misgaat, is het belangrijk dat je dat ziet en benoemt. Dat je met elkaar afstemt wat je er samen aan kunt doen om herhaling te voorkomen. Niet door het op de persoon te gooien, maar door wat gebeurd is te zien als een opening voor verbetering. “Ik bel je omdat iets wat we gezamenlijk gedaan hebben niet goed lukte en daar wil ik het graag over hebben, schikt dat nu?”, is bijvoorbeeld een goed begin.’
Samenwerking in de zorg betekent de patiënt centraal stellen. Het is essentieel dat zorgverleners vanuit verschillende disciplines hun krachten bundelen voor betere patiëntenuitkomsten
Dit vraagt om een plaats en een tijd om het hierover te hebben, en daarover ging haar onderzoek. Om precies te zijn in relatie tot hartfalen. Maar zoals ze zelf aangeeft, zijn de principes die ze beschrijft veel breder toepasbaar, voor veel meer ziekten.
Van diagnose tot palliatie
Bij de zorg voor chronische patiënten zijn meerdere zorgprofessionals betrokken en naarmate de ziekte vordert veranderen hun rollen. Als de diagnose is gesteld en een behandeling in gang is gezet, start de chronische fase. ‘Dan kan het voorkomen dat de patiënt regelmatig wordt opgenomen, of juist vanuit thuis wordt behandeld’, vertelt Meijer. ‘Je krijgt dan te maken met verwijsbrieven, met de vraag wanneer die nodig zijn en wie welke medicatie verstrekt.’ Een aspect van goede samenwerking daarbij is nadenken over wat wel en niet in een verwijsbrief moet staan. ‘Stel in die brief een vraag’, vertelt Meijer. ‘Beschrijf wat je hebt gedacht en gedaan en welke zaken je hebt uitgesloten. En bied een samenvatting, niet de hele episodelijst. Klik de dingen weg die er niet toe doen. Dat kost je extra tijd, maar het helpt wel om de zaak scherper te krijgen.’
Naarmate de patiënt van de chronische naar de terminale fase gaat, worden steeds meer zorgprofessionals bij het proces betrokken. ‘Die hebben allemaal stukjes van het beeld, maar niemand heeft het totaalbeeld’, zegt Meijer. ‘Bij uitstek het moment waarop de stem van de patiënt nodig is. Als al die professionals niet meer weten wat de patiënt wil, is het zaak de patiënt te betrekken bij het maken van afspraken. Maar niet alleen de patiënt. Om weer even bij die patiënt met hartfalen te blijven: als die in de terminale fase komt, is de cardioloog niet meer zo primair in beeld en speelt de aios, als zaalarts, een belangrijke rol. Ook die moet bewustzijn krijgen over de vraag of het zin heeft de patiënt nog een volgende keer op te nemen. Maar groter nog is de rol van de verpleegkundig specialist, om met de patiënt in gesprek te gaan over de vraag of verdere behandeling nog zin heeft. Vanzelfsprekend moet dan ook de cardioloog op de hoogte blijven van wat wordt afgesproken.’
Afstemming
Het is duidelijk dat dit een proces is dat om afstemming vraagt tussen alle zorgprofessionals die bij die patiënt betrokken zijn. Wie doet wat en wanneer? Wie maakt met de patiënt de vraag bespreekbaar of verder behandelen nog zin heeft en zo niet, wat dan moet gebeuren? En wie zorgt dat alle betrokken zorgprofessionals op de hoogte blijven van de uitkomst van dit gesprek. ‘We zien in de praktijk dat het op die momenten niet altijd goed gaat’, zegt Meijer. ‘En het is belangrijk om juist op basis van die momenten bij elkaar te gaan zitten; daar waar de zorg niet werkt. Benoem dat en creëer daar een plek voor. Laat bijvoorbeeld ook eens een coassistent samen met de patiënt het hele patiënttraject in kaart brengen.’
De manier waarop deze samenwerking financieel te regelen is, verschilt nogal per regio, stelt Meijer. ‘Vanuit de zorgverzekeraars is nog niet geregeld hoeveel geld voor die samenwerking moet worden gereserveerd’, zegt ze. ‘Ook daarover moeten dus afspraken worden gemaakt. En het is belangrijk dat dit gebeurt, want geld beschikbaar stellen voor samenwerken loont. Als je zorgprofessionals gezamenlijk hun individuele processen laat benoemen, geef je ze overzicht over het totaal en ontwikkelen ze gezamenlijke kennis en inzicht in hoe een aanpassing bij de een de ander kan helpen. Je leert daar enorm veel van, en ze veranderen zelf daarmee de gezamenlijke zorg op basis van kennis over het totaalplaatje. Het zou daarom ook waardevol zijn als deze werkwijze wordt geaccrediteerd als nascholing voor medisch specialisten, verpleegkundigen, POH’s en huisartsen.’
Waar het schuurt in de zorg liggen de grootste kansen voor verbetering. Laten we samen de uitdagingen benoemen en werken aan een zorgsysteem dat patiëntgericht en effectief is
Financiering is niet de enige uitdaging. ‘Werken als zzp’er in de zorg, zonder een vaste verbintenis op 1 plaats aan te gaan, maakt het onmogelijk om samen te leren, verbeteren en veranderen’, zegt Meijer. ‘Het geeft een soort atrofie van het collectieve geheugen. Zzp’ers kennen niet de mores van hoe dingen in de regio lopen. Ze nemen minder de moeite om te bellen als iets niet goed loopt, of ze weten dat gewoon niet. Ze hebben vaak minder zicht op de langere patiënttrajecten, wat juist het hart van de huisartsgeneeskunde is.’
Meer regie
Afsluitend zegt Meijer te hopen dat alle zorgprofessionals beseffen dat daar waar het schuurt de grootste kansen liggen ter verbetering door het te benoemen. ‘Dit zijn geen quick fixes’, zegt ze hierover, ‘het vergt tijd maar het loont heel erg de moeite en geeft je uiteindelijk meer regie over je werk. Ik hoop dan ook echt dat er vanuit de overheid ruimte komt om dit over grenzen van beroepsgroepen in de zorg heen te doen en er nascholingen voor te bieden.’
Beluister ook podcastserie waarin Loes Meijer dieper ingaat op intra- en interprofessioneel leren en samenwerken.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.