H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website.
H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website. We gebruiken analytische cookies om de website te verbeteren. Tevens gebruiken we cookies voor advertenties. U kunt hieronder aangeven welke cookies u toestaat. We gebruiken de volgende cookies:
Door in te loggen op HAweb krijgt u toegang tot de artikelen op HenW.org.
Beste abonnee, je hebt toegang tot HenW.org door in te loggen met je HAwebSSO-account. Onlangs heb je mail van ons ontvangen hoe je dit account kunt activeren. Hulp nodig bij het aanmaken van een nieuwe inlog? Heb je vragen? Neem dan contact op met onze supportteam via contactcentrum@nhg.org.
In uw oktobernummer staat een bijzonder lezenswaardige bijdrage van de heren Cals en Van Weert.1 Zij bespreken op heldere wijze de problemen en mogelijkheden van diagnostiek. Ook benoemen zij, op een in mijn optiek juiste wijze, de randvoorwaarden waaraan moet worden voldaan wil je tot diagnostiek overgaan. Eerst gedegen anamnese en lichamelijk onderzoek en je dan afvragen: ‘Wat vraag ik aan?’ en ‘Gaat de uitkomst van het aangevraagde de patiënt en mij verder helpen?’.
Aan de grote hoeveelheid genuanceerde waarheden die worden genoemd, zou ik toch iets willen toevoegen. In mijn optiek gaat het stuk van beide heren vooral over de analyse. Ik zou het belang van pre- en postanalyse onder de aandacht willen brengen. In ons laboratorium Izore voor infectieziektendiagnostiek in Friesland voeren wij sinds de zomer van 2010 géén borreliadiagnostiek meer uit indien er géén klinische informatie (de reden van de aanvraag) op het aanvraagformulier wordt vermeld. Dit betekent dat wij achter de reden van de aanvraag aanbellen. Zomer 2010 was nog 40% van de aanvraag zonder klinisch gegeven. Dat is nu teruggebracht naar 5%. Ook geven wij practica aan praktijkassistenten waarin wij de noodzaak van het vermelden van klinische informatie toelichten. Dit heeft er inmiddels toe geleid dat wij menen dat wij geen uitslag meer produceren, maar een antwoord geven op de vraag die wordt gesteld. Wij horen van huisartsen terug dat wij hen op een betere manier ondersteunen. Wij denken dus dat er hoop is voor de diagnostiek in de huisartsenpraktijk. Zeker indien wij van het laboratorium de huisarts hierbij helpen.
Jan Weel
Antwoord
Wij danken collegae Weel en Hopstaken voor hun positieve reacties. Wij zijn het geheel met Weel eens dat diagnostiek dient te passen in een klinisch beleid en daarbij hoort een juiste patiëntenselectie en een juist gebruik van de geïndiceerde test. Diagnostiek dient bij te dragen aan klinische beslissingen en zo niet, dan is testen in principe overbodig. Of het opschrijven van de reden van aanvraag er daarbij steeds veel toe doet, is een geheel andere kwestie. Ook collega Hopstaken benadrukt nogmaals terecht dat sneltestdiagnostiek dient plaats te vinden in aanvulling op gegevens uit anamnese en lichamelijk onderzoek. Off-label-gebruik van sneltests? Liever wachten op wetenschappelijk bewijs. Net als medicatie zouden sneltests voor gerichte indicaties moeten worden geregistreerd. Regelmatig en regulier gebruik daarbuiten moet niet worden aangeraden en vergoed.