Inleiding
De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (2017) waarschuwt ervoor dat somberheidsklachten onder jongvolwassenen te maken kunnen hebben met een bepaalde levensfase en kunnen samenhangen met maatschappelijke factoren maar het risico lopen geduid te worden als individueel medisch probleem. De RVS (2017) pleit ervoor dat zorgprofessionals vaker de medische bril afzetten waarbij de-medicaliseren een onderdeel is van hun professionele verantwoordelijkheid. Doel van dit onderzoek is in kaart brengen hoe huisartsen omgaan met somberheidsklachten onder jongvolwassenen.
Methode
Kwalitatief onderzoek in de vorm van semigestructureerde interviews onder 3 derdejaars aios, 5 alumni huisartsgeneeskunde en 5 ervaren huisartsen. Uitgangspunt van de interviews was een vignetbeschrijving van een jongvolwassene met somberheidsklachten. De interviews zijn verbatim uitgetypt en deductief en inductief gecodeerd. Vervolgens zijn tijdens de thematische analyse thick-descriptions gemaakt.
Resultaten
De participanten handelden proactief maar op verschillende manieren. Zij werden hierin beïnvloed door maatschappelijke, persoonlijke en professionele factoren en patiëntkenmerken. De resultaten hebben geleid tot een typologie van huisartsen bestaande uit drie types. Het eerste type is de ‘snelle doorverwijzer’, onderverdeeld in de redenen waarom snel wordt doorverwezen: vanuit bezorgdheidsoogpunt, vanuit gemaksoogpunt en vanuit het zich onbekwaam voelen. Het tweede type is de ‘expert’ en het derde type is de ‘maatschappelijke’ huisarts.
Conclusie
Dit onderzoekt introduceert de term semi-gelegitimeerde ziekterol en een ‘recognized illness’ wanneer een huisarts bij somberheidsklachten proactief handelt maar nog niet spreekt van een depressie. Wanneer somberheidsklachten wel een depressie wordt genoemd treedt er een verschuiving op van ‘illness’ naar ‘disease’ en wordt de ziekterol compleet gelegitimeerd. Een andere conclusie van dit onderzoek is dat de huisarts een belangrijke rol voor zichzelf lijkt te zien weggelegd in het de-medicaliseren van somberheidsklachten. Concluderend lijkt de huisarts op macroniveau anders te denken over somberheidsklachten dan hoe hij handelt op microniveau wanneer er een patiënt met somberheidsklachten tegenover hem of haar zit. Het type ‘maatschappelijke’ huisarts lijkt het beste een meer multifactoriële bril op te kunnen inzetten. Dit sluit aan bij de aanbevelingen van de RvS (2017).
Overige onderzoeksvragen NHG-Wetenschapsdag 2019
- Peter Leusink – Het huisartsconsult beoordeeld door vrouwen met vulvodynie: een kwalitatief onderzoek
- Erna Beers – De rol van de huisarts in het diagnosticeren en behandelen van syfilis: een cross-sectioneel onderzoek in Amsterdam
- Anne Loohuis – Is appbehandeling voor urine-incontinentie bij vrouwen in de eerste lijn minstens net zo goed als standaardzorg na 4 maanden? Een pragmatische, gerandomiseerde, non-inferioriteitstrial
- Mary-Joanne Verhoef – Evaluatie en doorontwikkeling van de ‘Leidse Gesprekshulp Palliatieve Zorg’ op basis van ervaringen van patiënten, naasten en zorgverleners
- Wendelien van der Gaag – Vijfjaarsbeloop van oudere patiënten met rugpijn in de huisartsenpraktijk: een prospectieve cohortstudie
- Tjitte Verbeek – The use of oximetry and a questionnaire in primary care enables safe exclusion of a subsequent obstructive sleep apnea diagnosis
- Rick van Uum – Effectiviteit van een scholing voor huisartsen, gericht op pijnbestrijding bij kinderen met otitis media acuta: een cluster randomised controlled trial
- Erik Stolper – Vermoeden van kindermishandeling in de huisartsenpraktijk: hoe komt het tot stand en wat gebeurt er daarna?
- Danny Claessens - Ziektelastmeter COPD tijdens het consult/COPD-patiënt samen met zorgverlener aan het roer
Reacties
Er zijn nog geen reacties.