Nieuws

Spalk bij carpaletunnelsyndroom niet effectief

Gepubliceerd
30 oktober 2017

Patiënten met een carpaletunnelsyndroom (CTS) zijn op lange termijn het best af met een chirurgische behandeling. Op korte termijn zijn corticosteroïdinjecties of manuele therapie echter een beter alternatief.

Bionka Huisstede deed een systematisch literatuuronderzoek naar de vraag wat de beste behandeling is voor patiënten met CTS. Ze combineerde de resultaten van vier systematische literatuuronderzoeken en 33 RCT’s. Resultaat: chirurgie blijkt effectiever dan spalken, handfysiotherapie of NSAID’s op zowel de korte, middellange als lange termijn. Er is ook overtuigend bewijs dat corticosteroïdinjecties en manuele therapie voor een periode van drie tot zes maanden effectiever zijn dan chirurgische behandeling. Uit de onderzoeken bleek geen duidelijke voorkeur voor een specifieke chirurgische behandeling.

De NHG-Standaard Hand- en polsklachten uit 2010 adviseert bij geringe klachten een afwachtende houding, en bij hinderlijke klachten behandeling met spalk of injectie. De aanbevelingen van de standaard komen grotendeels overeen met de resultaten van deze review. Dit geldt in mindere mate voor het advies om de aangedane pols gedurende enige tijd te spalken. Wat dat betreft zijn de resultaten met manuele therapie of corticosteroïdinjecties beter. Voor patiënten die niet in aanmerking komen voor corticosteroïdinjecties en die nog niet voor een operatie kiezen, kan manuele therapie een goed alternatief zijn, waarmee ze mogelijk drie tot zes maanden klachtenvrij kunnen worden. Met deze alternatieven lijkt de polsspalk zijn langste tijd wel gehad te hebben.

Huisstede BMA, et al. The effectiveness of surgical and post-surgical interventions for carpal tunnel syndrome. A systematic review. Arch Phys Med Rehabil. 2017 May 31. pii: S0003-9993(17)30372-6. doi: 10.1016/j.apmr.2017.04.024. [Epub ahead of print].

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen