In deze workshop op vrijdagochtend over het delegeren van taken blijkt dat bijna alle Europese landen kampen met een tekort aan en een hoge werkdruk van huisartsen. Een mogelijke oplossing daarvoor is het delegeren van taken naar de praktijkassistente of practice nurse (praktijkverpleegkundige of praktijkondersteuner).
Meer of minder delegeren
Na korte presentaties over het delegeren van taken in België, Nederland en Engeland, vullen de deelnemers een lijst in met taken die door praktijkassistente of praktijkondersteuner worden uitgevoerd. Hieruit blijkt een grote variatie tussen de diverse landen onderling. In België, een land zonder huisartsentekort, verricht de assistente bijna alleen administratieve taken. In Nederland, Scandinavische landen (Finland, Zweden, Denemarken) en Italië voert zij ook medisch-technische taken uit, zoals bloeddruk meten en oren uitspuiten. Ook zijn daar veel assistentes en praktijkverpleegkundigen betrokken bij de zorg voor chronisch zieken en patiëntenvoorlichting. In sommige landen heeft de assistente zelfstandige taken bij kleine kwalen en bij het voorschrijven van (herhalings)medicatie. Een belangrijke oorzaak van de verschillen tussen de diverse landen is de financiering. Vaak ontbreken incentives of moet de assistente worden betaald uit het inkomen van de huisarts.
Ieder zijn kwaliteiten
In de discussie komen de bekende voordelen van delegeren aan de orde: assistentes en verpleegkundigen leveren vaak even goede (en soms betere) zorg dan de huisarts, en bovenal ervaart de huisarts minder werkdruk. Natuurlijk komen ook mogelijke nadelen en knelpunten naar voren. Met name in grote praktijken waar veel gedelegeerd wordt, kan de coördinatie problemen opleveren. Niet alle huisartsen beschikken over de vereiste leidinggevende eigenschappen. En last but not least is het de vraag of er op den duur wel voldoende assistentes en verpleegkundigen te vinden zijn. In Engeland en Nieuw-Zeeland bijvoorbeeld is er al een tekort aan doktersassistentes en practice nurses.
Cardiovasculaire risicometing
In diverse sessies over het thema hart- en vaatziekten kwam de cardiovasculaire risicometer aan de orde. Er is consensus over de noodzaak van geïntegreerde richtlijnen voor de behandeling van cardiovasculaire risicofactoren, in plaats van de tot nu toe gangbare behandeling van de afzonderlijke factoren bloeddruk, cholesterol, diabetes et cetera. Er bestaan diverse hulpmiddelen voor het berekenen van het risico en de bijbehorende behandeling. Het ziet ernaar uit dat de risicometer die is ontwikkeld onder auspiciën van de European Society of Cardiology (Heartscore ®) vertaald gaat worden voor alle Europese landen. Sinds kort is echter ook een testversie van de cardiovasculaire risicometer, die door het NHG is ontwikkeld, te raadplegen op de NHG-website (http://nhg.artsennet.nl).
Reacties
Er zijn nog geen reacties.