Continuїteit van zorg wordt van oudsher gezien als een sterk punt van de huisartsgeneeskunde, onder andere vanwege de poortwachtersfunctie van de huisarts voor specialistische zorg en de beschikbaarheid van medische dossiers waarin de ziektegeschiedenis van de patiënt over langere tijd is gedocumenteerd. Patiënten, met name ouderen, waarderen deze continuïteit.
Door afname van het aantal solopraktijken, toename van het percentage parttime werkende huisartsen en aparte structuren voor avond-, nacht- en weekenddiensten is de continuïteit van zorg in Engeland, net als in Nederland, onder druk komen te staan. Het percentage patiënten dat aangeeft altijd of bijna altijd door de door hem of haar gewenste huisarts te worden gezien, liep in de jaren 2012 tot 2016 terug van 40,8 naar 35,3%. Om deze ontwikkeling tegen te gaan, werden Engelse praktijken in 2014 verplicht al hun patiënten van 75 jaar en ouder te melden welke huisarts hoofdverantwoordelijk is voor het leveren van hun gezondheidszorg en sociale zorg. Inmiddels verscheen een onderzoek wat deze maatregel heeft opgeleverd.
De onderzoekers vergeleken de zorg voor patiënten van 75 tot 85 jaar met de zorg voor patiënten van nog net geen 75 jaar die nog geen huisarts toegewezen hadden gekregen. Het onderzoek werd verricht in 200 huisartsenpraktijken met gegevens van ruim 250.000 patiënten.
Het aantal 75-plussers met een hoofdverantwoordelijke huisarts nam aanmerkelijk toe van 3,5 tot 79,8%. Er was echter geen waarneembaar effect op de continuïteit van zorg gemeten met de usual provider of care index (het percentage contacten van een patiënt met de huisartsenpraktijk dat werd verzorgd door de meest frequent geconsulteerde huisarts) en evenmin op het aantal contacten met de huisartsenpraktijk per patiënt. Hetzelfde gold voor het aantal verwijzingen en het aantal bloeddrukmetingen en HbA1c-bepalingen per patiënt.
Het benoemen van een hoofdverantwoordelijke huisarts genereert kennelijk niet automatisch betere zorg. De onderzoekers menen dat de duur van hun follow-up (slechts 9 maanden, langer was niet mogelijk omdat de tenaamstellingsverplichting in 2015 inging voor alle patiënten) wellicht te kort was om een dergelijk effect te kunnen traceren. Aannemelijk is echter ook dat een administratieve maatregel vergezeld moet gaan door praktijkorganisatorische veranderingen om effect te hebben. Hopelijk gaan die nu volgen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.