Urineonderzoek bij jonge kinderen via de luier

Kinderen die nog niet zindelijk zijn presenteren zich vaak met niet-specifieke symptomen en bij hen is het opvangen van midstraalurine voor aanvullende diagnostiek erg lastig. Het Britse Diagnosis of Urinary Tract infection in Young children (DUTY)-onderzoek werd uitgevoerd bij kinderen &lt 5 jaar die nog een luier droegen. Vanuit de luier werd een urinemonster genomen voor aanvullend onderzoek (in tegenstelling tot het nemen van een urinemonster uit de midstraalurine). Het doel van het onderzoek was om een klinische voorspelregel te ontwikkelen om de diagnose UWI te stellen. Tevens werd onderzocht wat de toegevoegde voorspellende waarde was van dipstick urinetesten.

In de periode tussen april 2010 en april 2012 namen 233 eerstelijnspraktijken uit Engeland en Wales deel aan dit onderzoek. Bij 3205 kinderen werden urinemonsters vanuit de luiers genomen. Van de deelnemende kinderen was 48% meisje en 82% was &lt 2 jaar. Bacteriegroei werd gevonden in 2277 monsters (71%), waarvan 30 (1,3%) een UWI lieten zien.

Van alle mogelijk voorspellende items uit anamnese en lichamelijk onderzoek kwamen vier items als voorspellers naar voren die onafhankelijk geassocieerd waren met UWI. Dit zijn het vrouwelijk geslacht, stinkende urine, donkere urine en de afwezigheid van luieruitslag. Er werden geen items uit lichamelijk onderzoek gevonden als onafhankelijke voorspeller. Bij de dipslide waren de aanwezigheid van leukocyten en aanwezigheid van nitriet onafhankelijk geassocieerd met een UWI. De klinische voorspelregel leverde een oppervlakte onder de ROC-curve (AUC) van 0,78 op. Wanneer de bevindingen bij dipsticktesten werden toegevoegd nam de AUC toe tot 0,82.

Ondanks het feit dat het accurater is om de midstraalurine te gebruiken om een UWI te voorspellen (AUC 0,87 en mét dipslide 0,90), is het gebruik van urine opgevangen in de luier bij het voorspellen van UWI bij jonge kinderen zeker nuttig (en bovendien een stuk gebruiksvriendelijker).

Marloes Minnaard