Uroflowmetrie en bladderscan in de eerste lijn?

Het onderzoek vond plaats in 3 huisartsenpraktijken in IJsselstein bij mannen boven de 50 jaar die zich in de periode van oktober 2010 tot maart 2018 voor het eerst presenteerden met LUTS volgens de definitie van de NHG-Standaard Mictieklachten bij mannen. Patiënten uit de interventiegroep (n = 132) ondergingen binnen een week na het eerste consult een uroflowmetrie en een bladderscan. Alle patiënten uit de controlegroep (n = 212) werden behandeld volgens de NHG-Standaard Mictieklachten bij mannen. Alle deelnemers kregen na 3 en 12 maanden een vragenlijst met vragen over verwijzing, symptomen, kwaliteit van leven, patiënttevredenheid en medicatiegebruik. 

Het percentage patiënten dat naar de uroloog werd verwezen binnen 3 maanden na het eerste consult bleek niet significant te verschillen tussen de interventiegroep (19,7%) en de controlegroep (10,4%) (OR 1,9; 95%-BI 0,8 tot 5,0). Het percentage verwijzingen binnen 12 maanden na het eerste consult liet evenmin een significant verschil tussen beide groepen zien (28,8% versus 21,2% (OR 1,5; 95%-BI 0,9 tot 2,5)). Ook voor de secundaire uitkomstmaten was er geen significant verschil tussen beide groepen waarneembaar. Het ging daarbij om: verandering in International Prostate Symptom Score en kwaliteit van leven tussen eerste consult en follow-up na 1 jaar, patiënttevredenheid en het gebruik van urologische geneesmiddelen. 

Vooralsnog is er dus geen reden om als huisarts uroflowmetrie en bladderscan in te zetten bij mannen met LUTS.