Nieuws

Verborgen problematiek van ouders centraal bij kindermishandeling

Gepubliceerd
10 december 2008

Kindermishandeling is een symptoom van ernstige gezinspathologie, waarbij niet de kindsignalen cruciaal zijn voor de analyse van ‘wat er aan de hand is’, maar de (veelal) verborgen problematiek van de ouders. Dat is de rode draad in het prachtige maar aangrijpende boek van Paul Pollmann, voormalig huisarts en vertrouwensarts van het eerste uur. Er gaat nog steeds veel mis op het vlak van signalering en aanpak van kindermishandeling, stelt de auteur. Hij houdt in dit boek een krachtig pleidooi voor meer aandacht voor de inhoudelijke psychomedische en psychosociale - en nu eens geen beleidsmatige of juridische - analyse van kindermishandeling en huiselijk geweld. De afgelopen jaren is in Nederland veel energie gestoken in de opbouw en inrichting van een landelijk dekkend netwerk van instanties als AMK’s (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling) en ASHG’s, (Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld), waar gemeld kan worden en waar expertise gebundeld kan worden. Maar ondanks deze inspanningen en het toegenomen maatschappelijk bewustzijn van misstanden achter de voordeur, blijken aanpak en ombuigen van familiale ellende veel moeizamer en complexer, dan menigeen dacht.

Eerst maar eens zorgvuldig en helder exploreren wat er eigenlijk speelt en daarna kan dan een sensitieve (sociaal en emotioneel) intelligente differentiaaldiagnose worden opgesteld en kunnen de verschillende hypothesen in de tijd worden getoetst. Dat is de gouden weg die de auteur ons schetst. Inzichtelijk en aan de hand van welsprekende casuïstiek beschrijft hij de voetangels en klemmen die zich bevinden op dit pad van exploratie en diagnostiek. Allerlei vormen van afweer zoals ontkenning, splitsen of dissociëren, manipuleren, maar ook gevoel van schaamte en schuld belemmeren dat ouders die kampen met gezinsproblemen hulp zoeken. Vaak geldt hoe groter de ellende en het onvermogen, hoe groter het isolement en hoe minder hulpvraag. Het vraagt om een goede systematiek en de expertise van hoogopgeleide professionals om onder de schijn van normaliteit de onderstromen van persoonlijkheidsproblematiek bij de ouders of disfunctionele gezinspatronen en verstoorde ouderkindpatronen te herkennen en te duiden. De CARE-NL is een diagnostisch instrument dat dit proces van exploratie en diagnostiek systematisch doet verlopen. De CARE-NL kent als volgorde: eerst de pathologie van de ouders verkennen, dan de ouderkindrelatie, gevolgd door onderzoek van het gezinssysteem, intergenerationeel en in haar sociale context als stap 3. Pas daarna volgt de exploratie van de kindsymptomen als stap 4. Het boek bevat een schat aan informatie over thema’s als afweerpatronen, open en gesloten gezinnen, het begrip ‘good enough’ ouderschap, het belang van mentaliseren, de psychopaat en diens partner, de vertekende perceptuele werkelijkheid bij psychopathologie, verlangen, menselijk tekort en de ontwikkeling van taligheid, et cetera. Vooral boeiend voor de geïnteresseerde huisarts, maar mogelijk voert het boek soms ook te ver voor de huisarts zonder specifieke belangstelling voor psychosociale complexiteiten en psychiatrie. Deel 1 en 2 - de casuïstiek en de toelichting bij het gebruik van de CARE-NL- zijn zonder meer te sterkste delen van het boek. Deel 3 bevat capita selecta die waarschijnlijk alleen bij liefhebbers van dieptepsychologie of filosofie in de smaak zullen vallen. De heldere stellingname van de auteur in sommige controversiële kwesties is prikkelend en verdient weerwoord of productieve discussie in het veld. Al met al levert dit boek een goede en inhoudelijk sterke bijdrage aan de noodzakelijke opbouw van kennis van (huis)artsen en professionals die te maken hebben of krijgen met gezinsgeweld.

Yvonne Winants

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen