Terwijl het in de reguliere huisartsenpraktijk veelal draait om de zorg aan ouderen, zijn het op de huisartsenpost vooral kinderen die de aandacht vragen. Dit is een van de uitkomsten van een pilotonderzoek voor een op te zetten Landelijk Informatienetwerk van Huisartsenposten (LINHAP).
Hoewel huisartsenposten een belangrijke rol spelen in de 24-uurszorg, is informatie over de aard en omvang van deze zorg versnipperd en vaak alleen lokaal geldig. Daarom is onderzocht of het mogelijk is om een landelijk informatienetwerk van huisartsenposten (een LINHAP) op te zetten, op basis van routinematig vastgelegde gegevens. LINHAP zou landelijk representatieve informatie moeten verschaffen over aard, omvang en kwaliteit van de verleende zorg. Dat is niet alleen belangrijk voor het landelijk beleid, ook biedt een LINHAP nuttige spiegelinformatie voor de huisartsenposten zelf. Drie huisartsenposten, in zowel stedelijke als landelijke gebieden in Nederland, hebben de routinematig vastgelegde gegevens van een kleine 205.000 contacten in 2003 beschikbaar gesteld. Het ging om de achtergrondgegevens van de patiënt, het tijdstip, de urgentie en de wijze van afhandeling. Met deze gegevens was het bijvoorbeeld mogelijk om na te gaan welke patiëntengroepen vooral de huisartsenpost bezoeken, en of dat verschilt van de reguliere huisartsenpraktijk.
Vooral kinderen op de huisartsenpost
Kinderen zijn in alle diensten oververtegenwoordigd in vergelijking met de zorg verleend tijdens kantooruren (figuur 1). Het sterkst is dat het geval in de avonddienst. Bij 28% van de contacten in de avonduren gaat het om kinderen tegen 7% overdag. Vrouwen maken meer gebruik van de huisartsenpost dan mannen en ziekenfondspatiënten meer dan particuliere patiënten, maar dit wijkt niet af van de reguliere huisartsenpraktijk: dezelfde verschillen zien we daar namelijk ook (figuur 2).
Een relatief groot deel (45%) van de bezoekers van de huisartsenpost laat het niet bij één keer per jaar. Opnieuw zijn het vooral kinderen die vaker gebruikmaken van de huisartsenpost. Bijna 60% van de 0-10-jarige kinderen bezocht in 2003 de post meer dan één keer. Bij de overige leeftijdsgroepen ligt dat percentage rond de 40%. De frequentie van gebruik was bij ziekenfondspatiënten wat hoger dan bij particuliere patiënten.
De hier beschreven analyses zijn uitgevoerd met LINH-gegevens uit 2003. In 2003 participeerden 90 huisartsenpraktijken, waarin ruim 350.000 patiënten stonden ingeschreven. Verder is gebruikgemaakt van gegevens uit het rapport ‘Haalbaarheidsstudie Landelijk Informatienetwerk Huisartsenposten (LINHAP)’, dat is te downloaden op www.linh.nlen www.nivel.nl. LINH is een project van NIVEL, WOK, LHV en NHG. Voor meer informatie over LINH kunt u terecht op de website (www.linh.nl). Reacties naar info@linh.nl.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.