De interdoktervariatie bij het omgaan met patiënten met milde depressie en angststoornissen is groot. Engelse onderzoekers zijn nagegaan wat de redenen hiervoor kunnen zijn. Uit interviews met 23 huisartsen uit Londen en Essex kwamen grofweg twee strategieën naar voren: een aantal huisartsen hield de patiënt in principe bij zich, omdat ze deze problemen typisch des huisarts' vonden en andere hulpverleningsinstanties niet onnodig wilden belasten. Andere huisartsen voelden meer voor een verwijzing naar beter toegeruste hulpverleners. Bij de ‘verwijzers’ waren weer twee categorieën te onderscheiden: sommigen verwijzen om van het probleem af te zijn – vaak uit emotionele overwegingen. Anderen verwijzen gericht naar een specifieke hulpverlener omdat ze denken dat de patiënt daar het beste af zal zijn. Natuurlijk was er geen enkele huisarts die alleen maar de ene of de andere strategie hanteerde. Bij het maken van richtlijnen zou volgens de onderzoekers aandacht besteed moeten worden aan de niet-rationele overwegingen om iemand al dan niet te verwijzen. Zou de poortwachter van de GGZ dan echt beter toegerust zijn om op het juiste moment de deuren open dan wel gesloten te houden? (HvdH)
Reacties
Er zijn nog geen reacties.