H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website.
H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website. We gebruiken analytische cookies om de website te verbeteren. Tevens gebruiken we cookies voor advertenties. U kunt hieronder aangeven welke cookies u toestaat. We gebruiken de volgende cookies:
Door in te loggen op HAweb krijgt u toegang tot de artikelen op HenW.org.
Beste abonnee, je hebt toegang tot HenW.org door in te loggen met je HAwebSSO-account. Onlangs heb je mail van ons ontvangen hoe je dit account kunt activeren. Hulp nodig bij het aanmaken van een nieuwe inlog? Heb je vragen? Neem dan contact op met onze supportteam via contactcentrum@nhg.org.
Huisartsen-in-opleiding hebben in de praktijk bij 1 op de 5 patiënten een klinische zoekvraag. Vaak gaan zij hier actief mee aan de slag om antwoorden te vinden. Recent onderzoek laat zien dat dit in de meeste gevallen lukt, vooral door het consulteren van de huisarts-opleider of een collega (bij diagnostische vragen). Bij therapeutische vragen raadplegen zij met name de NHG-Standaarden.
Het is bekend uit eerdere onderzoeken dat artsen regelmatig klinische vragen hebben. Marlous Kortekaas en haar collega’s uit Utrecht onderzochten hoe vaak en hoe huisartsen-in-opleiding (aios) omgaan met het hebben van klinische vragen en hoe ze daarop antwoorden vinden. Zij vroegen 76 aios om gedurende 8 opeenvolgende praktijkdagen een logboek bij te houden bij elk consult (geen telefonische consulten) over het opkomen van zoekvragen, hun zoekacties en de eventueel gevonden antwoorden.
De 76 aios rapporteerden 1533 zoekvragen bij 7300 patiënten, dit komt neer op 0,2 zoekvraag per patiënt, ofwel 1 zoekvraag op 5 patiënten. Bij 80% van de zoekvragen probeerden aios actief antwoorden te vinden, meestal tijdens het consult (61%). Gemiddeld kostte dit 4 minuten per zoekvraag. De zoekacties leverden in 80% van de gevallen een antwoord op, waarmee in 26% van de gevallen de klinische besluitvorming werd verbeterd en in 23% van de gevallen het genomen besluit werd bevestigd.
Meestal consulteerden de aios een collega (35% van de zoekvragen) of raadpleegden zij de NHG-Standaarden (26%) of andere richtlijnen (11%). Ondanks de aandacht in het curriculum van de studie Geneeskunde voor effectief zoeken via PubMed en andere online databases, gebruikten aios deze strategieën weinig (2%).
1.Kortekaas MF, et al. General practice trainees’ information searching strategies for clinical queries encountered in daily practice. Fam Pract 2015;32:533-7.