Ongewild gewichtsverlies is het schrikbeeld van iedere patiënt en medicus. Terecht stellen Van Gool et al. in H&W 2003(1) dat de diagnostiek met grote voortvarendheid ter hand moet worden genomen. Parallel daaraan verdient de in de loop der tijd ontstane suboptimale voedingsstatus – getuige het substantieel gewichtsverlies – meer de aandacht. Niet alleen omdat zo'n suboptimale voedingsstatus correleert met een hogere mortaliteit en verminderd welzijn, maar het verlaagt ook de weerstand en verlengt zowel de wondgenezing als de verpleegduur.1 Daar komt nog bij dat uit de literatuur bekend is dat bij een ziekenhuisopname de reeds bestaande voedingsdeficiëntie in 75% van de gevallen toeneemt.2 Valkuil is dat een relatief snelle, ongewilde daling van het lichaamsgewicht bij personen met overgewicht evenzeer het risico op het ontstaan van een relatieve voedingsdeficiëntie herbergt.3 Dit alles bijeen is voldoende reden om reeds bij de aanvang van het huisartsgeneeskundig diagnostisch proces rond onbegrepen verlies van lichaamsgewicht oog te hebben voor de voedingsstatus van de patiënt. Een consult bij de diëtist, zijdelings genoemd in het artikel Van Gool et al., is hierbij dikwijls op zijn plaats.
Literatuur
- 1.↲Naber TH, Schermer T, De Bree A, Nusteling K, Eggink L, Kruimel JW, et al. Prevalence of malnutrition in nonsurgical hospitalized patients and its association with disease complications. Am J Clin Nutr 1997;66:1232-9.
- 2.↲Pennington CR. Disease-associated malnutrition in the year 2000. Postgrad Med J 1998;74:65-71.
- 3.↲Kruizenga HM, Wierdsma NJ, Van Bokhorst-van der Schueren MAE. Screening van ondervoeding in Nederland. Nederlands Tijdschrift voor Diëtisten 2003;58:5-11.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.