Vooral het niet beginnen met roken op jeugdige leeftijd helpt voor een betere gezondheid. Al eerder was er de trend dat het roken onder Nederlandse adolescenten afneemt, maar is deze afname ook blijvend?
Gielkens-Sijstermans en haar medeauteurs onderzochten het verloop van de rookepidemie onder Nederlandse jongeren met behulp van een dwarsdoorsnedeonderzoek in 1996, 2001 en 2005. Zij benaderden in de gezondheidsregio zuidwest Nederland, met meer dan een miljoen inwoners, ongeveer 25.000 adolescenten gedurende hun tweede en vierde jaar van vmbo, havo of vwo met een vragenlijst. Ongeveer 75% vulde de lijst in en werd gerubriceerd als ‘nooit-roker’, ‘ooit-roker’ of ‘roker’. Het aandeel ‘ooit-rokers’ onder de tweedeklassers nam tussen 1996 en 2005 af van 50% naar 24% en bij de vierdeklassers van 69% naar 48%. Het aantal rokers (‘current smokers’) nam af van 22% naar 8% in de tweede klas en van 38% naar 22% in de vierde klas. Steeds rookten iets meer meisjes dan jongens. In de vierde klas van respectievelijk vmbo, havo en vwo rookte in 2005 ruim 20%, 12% en 6%: hoe hoger de opleiding, hoe minder rokers. De uitkomsten van dit onderzoek wijzen op een veranderd rookgedrag van de jeugd. De auteurs zien als mogelijke verklaringen de zorg over gezondheid en verslaving, een positief zelfbeeld en zelfvertrouwen. Ook voorlichting op scholen, prijsverhoging van sigaretten en de Tabakswet van 2002 kunnen hun sporen hebben nagelaten. Primaire preventie van COPD komt in zicht, mits onze jongvolwassenen niet alsnog beginnen met roken. (Ben Ponsioen)
Reacties
Er zijn nog geen reacties.