In een dubbelblind gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek volgden de onderzoekers 7 jaar lang 12.000 Engelse patiënten die een hartaanval hadden gehad tussen 1998 en 2008. Dagelijks kregen zij 2 mg foliumzuur en 1 mg vitamine B12 versus een placebo. De uitkomstmaat was het krijgen van een groot cardiaal event zoals hartdood, een hartaanval of een kransslagadercorrectie, een al dan niet-dodelijk CVA of een operatie aan een van de grote slagaders. In de follow-up kwam er in beide groepen even vaak een event voor (25%). Het relatieve risico (RR) was 1,04 (95%-BI 0,97-1,12) en was ook op geen enkele andere specifieke uitkomst significant verschillend: voor de groep ‘kransslagaders’ (20%) gold een RR van 1,05. CVA kwam bij 4,5% in beide groepen voor, RR 1,04. Evenmin was er een significant verschil tussen het aantal doden door vaatproblemen (9,6 versus 9,3%) De incidentie voor kanker (waarop een vermeend hogere kans was) verschilde niet significant. Hoewel er jarenlang een substantiële verlaging van de homocysteïnespiegel was bereikt met de suppletie van foliumzuur en vitamine B12 leidde dit niet tot enig effect op de bovenvermeldde uitkomstmaten. En dat terwijl er een reductie van 25% was voorspeld op de cardiovasculaire events! Dit onderzoek zorgt ervoor dat de latente gedachte van veel artsen dat er ‘iets’ was met hart- en vaatziekten, homocysteïne en foliumzuur definitief ‘uit’ kan worden gezet. Zo blijkt maar weer: een associatie is nog geen reden voor interventie. (Mark Valk)
Reacties
Er zijn nog geen reacties.