Sommige mensen zijn allergisch voor mensen, voor alle mensen. Hen breekt het zweet uit op een receptie. Overleggen, samenwerken, telefoneren: ze vinden het zwaar. Het liefst doen ze alles per mail. Bij zware mensenallergie kun je beter boswachter worden, internationaal chauffeur of webwinkelier. Het zijn gelukkige mensen, als ze het goed regelen. Iedereen heeft wel een beetje mensenallergie, gericht op een bepaald type mensen.
Persoonlijk ben ik allergisch voor mensen met meer praatjes dan capaciteiten, meer tekst dan daden. Een blaaskaakallergie. Anderen hebben een allergie voor onrechtvaardigheid. Witheet worden ze, slapeloze nachten, ook als het onrecht anderen treft. Weer anderen krijgen uitslag van wat zij ervaren als sloddervossen, luiaards of egoïsten. Jeuk van twijfelaars, somberaars of beroepsslachtoffers. Iedereen heeft zo zijn allergieën voor sommige mensen. Er zijn ook voordelen. Het is namelijk wel lekker, mopperen op anderen. Er valt wel mee te leven. Lastig wordt het als je baas het type mens vertegenwoordigt waar je allergisch voor bent. Als je de baas ziet als een blaaskaak, jouw allergie, dan heb je het slecht. Anderen hebben die allergie niet. Die vinden je baas een opgeruimd mens, knap in delegeren. Dan heb jij een werkprobleem en anderen niet. Even lastig is het als je baas een sombere twijfelaar is en jij daar toevallig jeuk van krijgt. Dan flap je eruit ‘Neem een beslissing! Daar word je voor betaald!’ Anderen snappen daar niets van. De baas luistert toch zo goed? Het wordt pas echt dramatisch als medewerker en baas een wederzijdse allergie hebben. Jij bent bijvoorbeeld een slordige, impulsieve creatieveling, allergisch voor procedures. Je baas is een angstige controleneuroot, allergisch voor onvoorspelbaarheid. Dat wordt ontslag. Het heet een werkprobleem, maar dat is het niet. Het is dubbele mensenallergie. Medicijnen helpen niet. De baas ontslaan helpt wel, op medisch advies.
Nico van Duijn