Samenvatting
De kern
-
De bestaande voedingsadviezen in de NHG-Standaarden Cardiovasculair risicomanagement en Diabetes mellitus type 2 beschrijven de gewenste wijziging in de vetconsumptie. Deze adviezen beperken zich vooralsnog tot ‘eet minder verzadigd vet’.
-
Op basis van recente wetenschappelijk inzichten moet de voorlichting over vetten echter óók gericht zijn op het vervangen van verzadigde vetten in de voeding door onverzadigde vetten. Op die manier vindt een extra reductie plaats van risico op hart- en vaatziekten en diabetes mellitus type 2, en voldoet men beter aan de aanbevelingen van de Gezondheidsraad met betrekking tot de samenstelling van het voedingsvet.
-
Voor de huisarts is het belangrijk om te weten dat bij een ‘normaal’ lichaamsgewicht de vetkwaliteit van de voeding belangrijker is voor de gezondheid dan de vetkwantiteit. Belangrijke bronnen van verzadigd vet zijn melk(producten), vlees(producten) en vetten. In het consult kan de huisarts benadrukken dat een relatief eenvoudige aanpassing in de productkeuze al tot gezondheidswinst kan leiden. Met behulp van huisarts, praktijkondersteuner of diëtist kan de patiënt vervolgens zelf beslissen welke producten het makkelijkst ingepast kunnen worden in zijn dagelijks voedingspatroon.
Inname versus aanbeveling
Verzadigde vetzuren | Vetzuren bestaan uit een koolwaterstofketen die wordt begrensd door een stabiele ‘kop’ en een reactieve ‘staart’. De scheikundige structuur van verzadigde vetzuren kenmerkt zich door het ontbreken van dubbele bindingen in de waterstofketen. |
Onverzadigde vetzuren | Onverzadigde vetzuren zijn in te delen in verschillende soorten, namelijk enkelvoudig en meervoudig onverzadigd. Of het vetzuur enkelvoudig of meervoudig onverzadigd is, hangt af van het aantal (één, respectievelijk meer) dubbele bindingen. Onverzadigde vetzuren komen voor in de cis-variant en in de trans-variant. In de praktijk bedoelen we met onverzadigde vetzuren meestal alleen de cis-varianten. Transvetzuren zijn namelijk grotendeels uit de Nederlandse voeding verdwenen. |
Omega-3-vetzuren | Dit zijn meervoudig onverzadigde vetzuren, waarbij de eerste dubbele binding te vinden is op het derde koolstofatoom, gerekend vanaf de vetzuurkop. De bekendste zijn ?-linoleenzuur, eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA). Deze laatste twee vetzuren worden ook wel visvetzuren genoemd. |
Omega-6-vetzuren | Dit zijn meervoudig onverzadigde vetzuren, waarbij de eerste dubbele binding te vinden is op het zesde koolstofatoom, gerekend vanaf de vetzuurkop. Het bekendste omega-6-vetzuur is linolzuur. |
Essentiële vetzuren | Ons lichaam kan alle vetten zelf maken, behalve linolzuur (een omega-6-vetzuur) en ?-linoleenzuur (een omega-3-vetzuur). Deze twee vetzuren moeten we dan ook binnen krijgen via onze voeding en noemt men daarom essentiële vetzuren. |
Dagelijkse inname | Gezondheidsraad(2001/2006) | FAO* (2010) | USDA* (2010) | ||
---|---|---|---|---|---|
mannen | vrouwen | ||||
Totaal vet, energieprocent | 34,4 | 34,2 | 20-40 | 20-35 | 20-35 |
Verzadigd vet, energieprocent | 12,9 | 13,1 | maximaal 10 | maximaal 10 | |
Enkelvoudig onverzadigd vet, energieprocent | 11,4 | 11,2 | |||
Meervoudig onverzadigd vet, energieprocent | 6,8 | 6,5 | maximaal 12 | 6-11 | |
| 5,8 | 5,5 | 2 | 2,5-9 | 5-10 |
| 0,63 | 0,59 | 1 | 0,5-2 | 0,6-1,2 |
| 103 | 84 | 450 | 250-2000 | 250 |
Vetsoort en cardiovasculair risico
effecten van specifieke vetzuren
Hart- en vaatziekten
Diabetes mellitus type 2
Voorlichting en gedragsverandering
Gebruik minder dan 10 energieprocenten verzadigd vet |
Gebruik minder dan 1 energieprocent transvet |
Eet minimaal eenmaal en bij voorkeur tweemaal per week (vette) vis |
Gebruik per dag minimaal 200 gram groente en 2 stuks fruit |
Beperk het gebruik van zout tot maximaal 6 gram per dag |
Beperk het gebruik van alcohol tot een maximum van twee glazen per dag voor vrouwen en een maximum van drie glazen per dag voor mannen |
Zorg voor een optimaal gewicht: BMI < 25 kg/m en middelomtrek van < 80 cm voor vrouwen en < 94 cm voor mannen |
Productgroepen | Procentuele bijdrageaan inname verzadigd vet(%) | Voorbeelden van vervangingen | Portiegrootte(g) | Verschil in inname verzadigd vet(g) | Verschil in inname onverzadigd vet(g) |
---|---|---|---|---|---|
Melk(producten) | 30,8 | 48+ kaas door 30+ smeerkaas | 20 | -2,3 | -0,7 |
Vlees(producten) | 20,3 | Vlees (gemiddeld vet, alle diersoorten) door vette vis | 100 | -1,5 | +6,6 |
Vetten | 14,5 | Margarine (wikkel) door vloeibare margarine | 15 | -3,9 | +3,8 |
Koek, gebak en biscuit | 9,0 | Roombotercake door ontbijtkoek met halvarine | 30 | -3,6 | -0,5 |
Granen en graanproducten | 6,7 |
Literatuur
- 1.↲Gezondheidsraad. Voedingsnormen: energie, eiwitten, vetten en verteerbare koolhydraten. Den Haag: Gezondheidsraad, 2001; publicatie nr 2001/19R (gecorrigeerde editie: juni 2002).
- 2.↲↲Gezondheidsraad. Richtlijnen goede voeding. Den Haag: Gezondheidsraad, 2006; publicatie 2006/21.
- 3.↲Food and Agriculture Organization of the United Nations. Fats and fatty acids in human nutrition. Report of an expert consultation. Rome: FAO, 2010; FAO Food and Nutrition Paper 91.
- 4.↲U.S. Department of Agriculture and U.S. Department of Health and Human Services. Dietary Guidelines for Americans, 2010. 7th Edition, Washington, DC: U.S. Government Printing Office, December 2010.
- 5.↲Hulshof KFAM, Ocké MC, Van Rossum CTM, Buurma-Rethaus EJM, Brants HAM, Drijvers JJMM, et al. Resultaten van de voedselconsumptiepeiling 2003. Bilthoven: RIVM, 2004; RIVM-rapport 350030002/2004.
- 6.↲Kruizinga AG, Westenbrink S, Van Bosch LMC, Jansen MCJF. De inneming van omega-3 en -6 vetzuren van vitamines A, D en E bij jongvolwassenen. Aanvullende berekeningen op basis van Voedselconsumptiepeiling 2003. Bilthoven: RIVM, 2007; TNO-rapport V7451.
- 7.↲Ravnskov U. Cholesterol was healthy in the end. World Rev Nutr Diet 2009;100:90-209.
- 8.↲Thompson GR. History of the cholesterol controversy in Britain. QJM 2009;102:81-6.
- 9.↲Mensink RP, Zock PL, Kester ADM, Katan MB. Effects of dietary fatty acids and carbohydrates on the ratio of serum total to HDL cholesterol and on serum lipids and apolipoproteins: a meta-analysis of 60 controlled trials. Am J Clin Nutr 2003;77:1146-53.
- 10.↲Jakobsen MU, O’Reilly EJ, Heitmann BL, Pereira MA, Bälter K, Fraser GE, et al. Major types of dietary fat and risk of coronary heart disease: a pooled analysis of 11 cohort studies. Am J Clin Nutr 2009;89:1425-32.
- 11.↲Siri-Tarino PW, Sun Q, Hu FB, Krauss RM. Meta-analysis of prospective cohort studies evaluating the association of saturated fat with cardiovascular disease. Am J Clin Nutr 2010;91:535-46.
- 12.↲Siri-Tarino PW, Sun Q, Hu FB, Krauss RM. Saturated fat, carbohydrate, and cardiovascular disease. Am J Clin Nutr 2010;91:502-9.
- 13.↲Siri-Tarino PW, Sun Q, Hu FB, Krauss RM. Saturated fatty acids and risk of coronary heart disease: modulation by replacement nutrients. Curr Atheroscler Rep 2010;12:384-90.
- 14.↲Mozaffarian D, Micha R, Wallace SEffects on coronary heart disease of increasing polyunsaturated fat in place of saturated fat: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. PLoS Med 2010;7:e1000252.
- 15.↲Bendsen NT, Christensen R, Bartels EM, Astrup A. Consumption of industrial and ruminant trans fatty acids and risk of coronary heart disease: a systematic review and meta-analysis of cohort studies. Eur J Clin Nutr 2011;65:773-83.
- 16.↲Brouwer IA, Wanders AJ, Katan MB. Effect of animal and industrial trans fatty acids on HDL and LDL cholesterol levels in humans – a quantitative review. PloS One 2010;5:e9434.
- 17.↲Hunter JE, Zhang J, Kris-Etherton PM. Cardiovascular disease risk of dietary stearic acid compared with trans, other saturated, and unsaturated fatty acids: a systematic review. Am J Clin Nutr 2010;91:46-63.
- 18.↲Burdge GC, Calder PC. Dietary alpha-linolenic acid and health-related outcomes: A metabolic perspective. Nutr Res Rev 2006;19:26-52.
- 19.↲Albert CM, Oh K, Whang W, Manson JE, Chae CU, Stampfer MJ, et al. Dietary alpha-linolenic acid intake and risk of sudden cardiac death and coronary heart disease. Circulation 2005;112:3232-8.
- 20.↲Oomen CM, Ocké MC, Feskens EJ, Kok FJ, Kromhout D. Alpha-linolenic acid intake is not beneficially associated with 10-y risk of coronary artery disease incidence: The Zutphen elderly study. Am J Clin Nutr 2001;74:457-63.
- 21.↲↲Wang C, Harris WS, Chung M, Lichtenstein AH, Balk EM, Kupelnick B, et al. N-3 fatty acids from fish or fish-oil supplements, but not alpha-linolenic acid, benefit cardiovascular disease outcomes in primary- and secondary-prevention studies: A systematic review. Am J Clin Nutr 2006;84:5-17.
- 22.↲Lemaitre RN, King IB, Sotoodehnia N, Rea TD, Raghunathan TE, Rice KM, et al. Red blood cell membrane alpha-linolenic acid and the risk of sudden cardiac arrest. Metabolism 2009;58:534-40.
- 23.↲Harris WS, Kris-Etherton PM, Harris KA. Intakes of long-chain omega-3 fatty acid associated with reduced risk for death from coronary heart disease in healthy adults. Curr Atheroscler Rep 2008;10:503-9.
- 24.↲Jung UJ, Torrejon C, Tighe AP, Deckelbaum RJ. n-3 Fatty acids and cardiovascular disease: Mechanisms underlying beneficial effects. Am J Clin Nutr 2008;87:2003S-2009S.
- 25.↲Risérus U, WC Willet, FB Hu. Dietary fats and prevention of type 2 diabetes. Progr Lipid Res 2009;48:44-51.
- 26.↲Egert S, Fobker M, Andersen G, Somoza V, Erbersdobler HF, Wahrburg U. Effects of dietary α-linolenic acid, eicosapentaenoic acid or docosahexaenoic acid on parameters of glucose metabolism in healthy volunteers. Ann Nutr Metab 2008;53:182-7.
- 27.↲Astrup A, Dyerberg J, Elwood P, Hermansen K, Hu FB, Jakobsen MU et al. The role of reducing intakes of saturated fat in the prevention of cardiovascular disease: where does the evidence stand in 2010? Am J Clin Nutr 2011;93:684-8.
- 28.↲Schickenberg B, Van Assema P, Brug J, Verkaik-Kloosterman J, Ocké MC, De Vries NK, et al. Replacing foods high in saturated fat by low-saturated fat alternatives: a computer simulation of the potential effects on reduction of saturated fat consumption. Br J Nutz 2009;102:478-83.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.