H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website.
H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website. We gebruiken analytische cookies om de website te verbeteren. Tevens gebruiken we cookies voor advertenties. U kunt hieronder aangeven welke cookies u toestaat. We gebruiken de volgende cookies:
Door in te loggen op HAweb krijgt u toegang tot de artikelen op HenW.org.
Beste abonnee, je hebt toegang tot HenW.org door in te loggen met je HAwebSSO-account. Onlangs heb je mail van ons ontvangen hoe je dit account kunt activeren. Hulp nodig bij het aanmaken van een nieuwe inlog? Heb je vragen? Neem dan contact op met onze supportteam via contactcentrum@nhg.org.
Nieuws
Barrières in het gebruik van evidence based medicine
Evidence based medicine is al enkele jaren een van de toverwoorden binnen de huisartsgeneeskunde en de consensus is dat dit principe zoveel mogelijk gevolgd moet worden. Toch blijkt de implementatie in de dagelijkse praktijk weerbarstiger dan gedacht.
Onderzoekers uit het AMC analyseerden welke barrières er bestaan voor het gebruik van EBM in de huisartsenpraktijk. Zij deden dit door middel van een systematische review van de bestaande literatuur over dit onderwerp. Na een keyword search en beoordeling door meerdere reviewers, bleven er 22 geschikte onderzoeken over, met een matig tot goede kwaliteit. Hierin werden in totaal meer dan 50 barrières geïdentificeerd. De belangrijkste barrière was gebrek aan tijd in de dagelijkse praktijk om beschikbaar bewijs te analyseren en om het vervolgens te implementeren. Daarnaast werden als belangrijke barrières genoemd: huisartsen zijn sceptisch over het nut van evidence based medicine, met name omdat het gevoel heerst dat het leidt tot louter richtlijngeneeskunde; veel richtlijnen zijn gebaseerd op onderzoek uitgevoerd in de tweede lijn, waardoor de werkzaamheid en veiligheid in de eerste lijn onzeker is; de voorkeur van de patiënt gaat soms in tegen de huidige evidence, waardoor de behandelrelatie onder spanning kan komen te staan. Ook kwam in meerdere onderzoeken naar voren dat er weinig bewijs is voor specifieke eerstelijns problemen, richtlijnen soms achterlopen, veel huisartsen geen toegang hebben tot evidence of niet weten hoe het te interpreteren, onderzoek lang niet altijd onafhankelijk is en dat om de benodigde tijdsinvestering en faciliteiten te financieren er extra geld nodig is.
Al met al vallen er dus nogal wat barrières te overwinnen om het ideale evidence based medicine-werken in de eerste lijn waar te kunnen maken. Toekomstig onderwijs en nascholingen over evidence based medicine moeten zich dan ook niet alleen richten op de interpretatie van een artikel of richtlijn, maar ook op welke barrières er zijn voor de implementatie van het bewijs en hoe deze in de individuele situatie opgelost kunnen worden. Misschien is een nieuwe M&I-module evidence based medicine om inspanningen op dit gebied te bekostigen, helemaal niet zo’n gek idee.