Samenvatting
Wat is bekend?
-
Het LINH verstrekt jaarlijks cijfers over het aantal contacten in de huisartsenpraktijk per 1000 patiënten.
-
Over de totale tijdsbesteding in de Nederlandse huisartsenpraktijk zijn verder weinig recente gegevens voorhanden.
Wat is nieuw?
-
Een overzicht van de tijdsbesteding in de Nederlandse huisartsenpraktijk in 2010, gerelateerd aan de diverse functies binnen die praktijk en verdeeld over directe patiëntenzorg en overige werkzaamheden.
-
Een beschrijving van de invloed van praktijk- en patiëntkenmerken op de tijdsbesteding.
Inleiding
Methode
Gegevensverzameling
Metingen
Typen tijdsbesteding
-
Directe patiëntenzorg betekent dat er een consult plaatsvindt met een patiënt: vis-à-vis, telefonisch of per email. Vooral in de vis-à-visconsulten worden verrichtingen uitgevoerd zoals lichamelijk onderzoek, het voorschrijven van medicatie, het verstrekken van vaccinaties en M&I-verrichtingen.1
-
Indirecte patiëntenzorg betreft activiteiten die meestal uitgevoerd worden zonder patiëntencontact, zoals het opstellen van brieven en telefonisch overleg met een medebehandelaar. Tot de indirecte patiëntenzorg horen ook structurele afspraken over de werkwijze bij bepaalde patiëntengroepen, in de praktijk zelf, samen met een aantal praktijken of ook breder met de eerste of tweede lijn. Ook het bijhouden van het medisch dossier wordt tot de indirecte patiëntenzorg gerekend, al gebeurt dit niet alleen buiten consulturen om maar voor een deel ook tijdens consulten.
-
De bedrijfsvoering van de praktijk is veelal in handen van één of meer huisartsen, maar wordt soms uitbesteed aan een manager of administratief medewerker. Taken die tot de bedrijfsvoering horen, zijn financiële administratie, kwaliteitsbeleid en personeelsbeleid (bijvoorbeeld na- en bijscholing). De bedrijfsvoering kan voor alle praktijkmedewerkers werkzaamheden met zich meebrengen.
-
Sommige praktijken voeren extra taken uit en hebben daarvoor apart personeel in dienst. Zo kan een apotheekhoudende praktijk een apotheekassistente in dienst hebben. Alle praktijken hebben avond-, nacht- en weekend- (ANW-)diensten, meestal op een huisartsenpost.
-
Bestuurlijke taken, bijvoorbeeld ten behoeve van de regionale huisartsenvereniging, worden niet meegerekend bij de tijdsbesteding in de huisartsenpraktijk.
Analyse
Resultaten
Respons en representativiteit
NPA 2007-2008 | NPA 2009-2011 | NPA 2010 | LINH 2010* | Nederland 2010† | |
---|---|---|---|---|---|
Praktijken, aantal | 284 | 328 | 132 | 97 | 4088 |
solopraktijken | 22,4% | 33,8% | 32,6% | 7,5% | 18% |
duopraktijken | 24,4% | 25,3% | 22,7% | 20,2% | 28% |
groepspraktijken | 53,1% | 40,9% | 44,7% | 72,4% | 54% |
Aantal patiënten per praktijk, gemiddeld | 4665 | 4035 | 4212 | 3651 | 4064 |
ouder dan 65 jaar | – | 15,9% | 15,4% | 14,0% | 16,0% |
ouder dan 75 jaar | – | 6,8% | 6,7% | 6,2% | – |
Urbanisatiegraad | |||||
> 2500 adressen/km2 | 19,6% | 14,1% | 14,4% | 17,3% | 19,9% |
1500-2500 adressen/km2 | 27,4% | 18,4% | 17,4% | 36,8% | 27,7% |
1000-1500 adressen/km2 | 17,8% | 27,3% | 28,0% | 13,4% | 18,8% |
500-1000 adressen/km2 | 22,4% | 27,6% | 26,5% | 25,5% | 21,8% |
12,8% | 12,6% | 12,1% | 6,9% | 11,7% | |
Huisartsen, aantal | 714 | 800 | 333 | 228 | 8921 |
man | 54,8% | 51,5% | 54,1% | 60,0% | 60,4% |
hidha | 11,2% | 14,3% | 13,5% | 14,0% | 11,8% |
Ervaring, gemiddeld | 15 jaar | 16 jaar | 16 jaar | – | – |
Leeftijd, gemiddeld | 46 jaar | 47 jaar | 47 jaar | – | 48 jaar |
Aantal gewerkte uren
Jaar | Aantal praktijken | Uren huisarts | Uren assistentie* | Uren POH† | Uren overig‡ | Totaal | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2009 | 75 | 19,6 | (5,51) | 17,8 | (4,96) | 4,8 | (3,69) | 1,3 | (2,40) | 43,5 | (9,25) |
2010 | 132 | 19,4 | (3,48) | 18,5 | (5,96) | 6,0 | (3,28) | 1,3 | (3,05) | 45,3 | (8,77) |
2011 | 121 | 19,4 | (4,47) | 17,9 | (5,15) | 5,7 | (3,56) | 0,8 | (2,24) | 43,8 | (8,56) |
Totaal | 328 | 19,5 | (4,37) | 18,1 | (5,44) | 5,6 | (3,50) | 1,1 | (2,63) | 44,3 | (8,81) |
Aantal praktijken | Type praktijk | B | 95%-BI | p | |
---|---|---|---|---|---|
Huisarts | 215 | Solo | |||
R2 = 4,2% | Duo | 2,18 | 0,75 tot 3,62 | 0,003 | |
Groep | 1,28 | 0,01 tot 2,54 | 0,048 | ||
Assistentie | 179 | > 2500 adressen/km2 | |||
R2 = 6,7% | 1500-2500 adressen/km2 | –3,15 | –5,85 tot –0,44 | 0,023 | |
1000-1500 adressen/km2 | –3,20 | –5,86 tot –0,55 | 0,018 | ||
500-1000 adressen/km2 | –3,03 | –5,67 tot –0,40 | 0,024 | ||
0,36 | –2,79 tot 3,53 | 0,818 | |||
POH | 166 | Solo | |||
R2 = 5,1% | Duo | 0,06 | –1,26 tot 1,37 | 0,933 | |
Groep | –1,37 | –2,46 tot –0,28 | 0,014 |
Type tijdsbesteding
Directe patiëntenzorg
Gemiddelde (SD) | Voltijd | Per 1000 patiënten* | ||
---|---|---|---|---|
Directe patiëntenzorg | 25,36 | (8,04) | 34,98 | 14,9 |
Indirecte patiëntenzorg | 7,44 | (3,78) | 10,26 | 4,4 |
Bedrijfsvoering | 1,74 | (1,90) | 2,40 | 1,0 |
Na- en bijscholing | 3,29 | (2,72) | 4,54 | 1,9 |
Extra taken | 0,63 | (1,76) | 0,87 | 0,4 |
Subtotaal | 38,84 | (11,55) | 53,57 | 22,8 |
Diensten huisartsenpost | 5,06 | (12,61) | 6,98 | 3,0 |
Beschouwing
Beperkingen van het onderzoek
Vergelijking van gegevensbronnen
Vergelijking met ander onderzoek
Conclusie
Literatuur
- 1.↲↲Engels Y, Mokkink H, Van den Hombergh P, Van den Bosch W, Van den Hoogen H, Grol R. De werkbelasting van de huisarts neemt af. Huisarts Wet 2003;46:482-7.
- 2.↲↲Van den Hombergh P, Künzi B, Elwyn G, Van Doremalen J, Akkermans R, Grol R, et al. High workload and job stress are associated with lower practice performance in general practice: an observational study in 239 general practices in the Netherlands. BMC Health Serv Res 2009;9:118-25.
- 3.↲↲Kmietowicz Z. GPs work same hours but spend longer with patients. BMJ 2007;335:225.
- 4.↲↲Aasland OG, Rosta J. The working hours of general practitioners 2000-2008. Tidsskr Nor Laegeforen 2011;131:1076-80.
- 5.↲↲Steinhaeuser J, Joos S, Szecsenyi J, Miksch A. A comparison of the workload of rural and urban primary care physicians in Germany: analysis of a questionnaire survey. BMC Fam Pract 2011;12:112.
- 6.↲↲Braspenning J, Dijkstra R, Tacken M, Bouma M, Witmer H. Visitatie Instrument Accreditering (VIA®). Nijmegen/Utrecht: WOK/NHG, 2007.
- 7.↲Cardol M, Van Dijk L, De Jong JD, De Bakker DH, Westert GP. Huisartsenzorg: Wat doet de poortwachter? Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk. Utrecht/Bilthoven: NIVEL/RIVM, 2004.
- 8.↲Jansen B, Tacken M, Mulder J, Visscher S, Tiersma W, Braspenning J. Monitoring vaccinatiegraad Nationaal Programma Grieppreventie 2010. Nijmegen/Utrecht: IQ healthcare/NIVEL, 2011.
- 9.↲Tacken M, Mulder J, Van den Hoogen H, Tiersma W, Donkers J, Verheij R, et al. Monitoring vaccinatiegraad Nationaal Programma Grieppreventie 2008. Nijmegen/Utrecht: IQ healthcare/NIVEL, 2009.
- 10.↲Hingstman L, Kenens RJ. Cijfers uit de registratie van huisartsen: Peiling 2010. Utrecht: NIVEL, 2010.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.