H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website.
H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website. We gebruiken analytische cookies om de website te verbeteren. Tevens gebruiken we cookies voor advertenties. U kunt hieronder aangeven welke cookies u toestaat. We gebruiken de volgende cookies:
Door in te loggen op HAweb krijgt u toegang tot de artikelen op HenW.org.
Beste abonnee, je hebt toegang tot HenW.org door in te loggen met je HAwebSSO-account. Onlangs heb je mail van ons ontvangen hoe je dit account kunt activeren. Hulp nodig bij het aanmaken van een nieuwe inlog? Heb je vragen? Neem dan contact op met onze supportteam via contactcentrum@nhg.org.
De eerstelijnszorg voor kinderen met psychische problemen kan beter. Dat was het uitgangspunt van onderzoekers uit de Verenigde Staten. Zij toonden aan dat invoering van een collaborative care model effectief kan zijn om gedragsproblemen bij kinderen te verminderen. Collaborative care is een behandelmodel, waarbij hulpverleners van verschillende disciplines in de gezondheidszorg optimaal samenwerken.
Kolko et al. deden een clustergerandomiseerd onderzoek, waarbij 8 eerstelijnskinderpraktijken in Pittsburgh werden ingedeeld in twee groepen. De ene groep werkte volgens het collaborative care model (160 kinderen). De andere groep bood verbeterde routinezorg (161 kinderen). De deelnemende kinderen hadden gedragsproblemen, ADHD en/of een angststoornis. In de collaborative care-praktijken kregen kinderen behandeling op locatie, gecoördineerd door een casemanager. De meeste behandelmodules volgden een specifieke methode (www.afcbt.org). Kinderen in de controlepraktijken werden na psycho-educatie verwezen naar de lokale geestelijke gezondheidszorg.
De onderzoekers keken naar procesuitkomsten (6 maanden) en ouders en zorgverleners vulden verschillende gestandaardiseerde vragenlijsten in (6, 12 en 18 maanden). Scores van vragenlijsten werden met modellen geanalyseerd. Kinderen in de collaborative care-groep startten vaker met behandeling (99% versus 54%; p < 0,001) en maakten deze ook vaker af (77% versus 12%; p < 0,001). De verbetering in scores (onder andere gedragsproblemen, hyperreactiviteit, stress van ouders) was groter in de collaborative care-groep en behandeldoelen werden hier vaker gehaald.
Uiteraard is de eerstelijnszorg in de Verenigde Staten, waar kinderen gezien worden in speciale eerstelijnskinderpraktijken, niet zonder meer vergelijkbaar met het Nederlandse systeem. Maar ook hier worden collaborative care-initiatieven ontwikkeld en onderzocht. De Amerikaanse resultaten stemmen hoopvol en laten zien dat coördinatie en samenwerking wel degelijk kan lonen.