Praktijk

De slecht etende peuter/kleuter

Gepubliceerd
7 januari 2015

Wat is het probleem?

Slecht eten bij peuters en kleuters komt veel voor. Het merendeel van de ouders zoekt hierover informatie bij het consultatiebureau, het eigen netwerk of internet. Slechts een fractie van de vragen over slecht eten komt in de spreekkamer van de huisarts terecht. In dat geval zijn ouders veelal bezorgd over de groei en de gezondheid van hun kind.

Wat moet ik weten?

Exacte cijfers over de prevalentie van slecht etende peuters in Nederland ontbreken. Amerikaans onderzoek laat zien dat 25 tot 40% van de ouders vindt dat hun kind slecht eet. De oorzaak is meestal multifactorieel waarbij zowel pedagogische, psychologische als gedragsmatige factoren een rol spelen. In vrijwel alle gevallen is het probleem van voorbijgaande aard.
Een peuter heeft minder behoefte aan voeding doordat de groeisnelheid van het lichaam aan het einde van het tweede levensjaar afneemt. Waar een baby gedurende het eerste levensjaar ongeveer 6 kilogram in gewicht toeneemt, daalt deze toename daarna tot ongeveer 2 kilogram per jaar. Dit gaat gepaard met een afname van de behoefte aan voedingstoffen en het hongergevoel. Slecht eten bij peuters is ook bijna altijd een uiting van de ontwikkeling van hun autonomie. Ouderfactoren kunnen een rol spelen bij het in stand houden van het probleem. Spanning van ouders aan tafel en motiverende pogingen om het kind aan het eten te krijgen werken vaak juist averechts. Er zijn ook een aantal (zeldzame) somatische oorzaken die voor eetproblemen kunnen zorgen, zoals structurele afwijkingen van de nasofarynx, larynx, trachea of oesophagus en neurologische ontwikkelingsstoornissen. Deze kinderen hebben meestal meer problemen naast slecht eten.

Wat moet ik doen?

Breng het ‘eetprobleem’ in kaart. Bespreek het huidige eetpatroon, het verloop van de maaltijd en de genomen maatregelen. Vraag specifiek naar wat en hoeveel het kind eet gedurende de dag, lengte van de maaltijden en geassocieerde routines, welke voedselaversies er zijn en hoe de ouders omgaan met conflictsituaties tijdens het eten. Vraag naar eetgedrag sinds de geboorte. Laat eventueel een voedseldagboekje bijhouden bij twijfel over de kwaliteit en kwantiteit van het eten. Vraag naar problemen met kauwen of slikken; gastro-intestinale klachten; KNO- of luchtwegklachten zoals keelpijn, open-mondgedrag, of een stridor tijdens het eten; eerdere ziektes zoals een pneumonie en ziekenhuisopnames of sondevoeding. Vraag ook naar het voorkomen van eetproblemen bij ouders op jonge leeftijd. Ga na of er stressfactoren binnen het gezin of leefomgeving spelen en of er andere emotionele problemen zijn bij het kind.
Meet lengte en gewicht van het kind en vergelijk deze met de groeicurve van het consultatiebureau, let hierbij op een eventuele afbuiging. Let bij lichamelijk onderzoek op bleke slijmvliezen en vergrote tonsillen. Verricht op indicatie onderzoek van longen en/of buik. Aanvullend bloedonderzoek heeft in de eerste lijn geen meerwaarde. Verwijs bij het vermoeden van een lichamelijk oorzaak, achterblijvende groei of een verdenking op een eetstoornis naar de kinderarts. Verwijs voor algemene voedingsadviezen en pedagogische ondersteuning eventueel naar het consultatiebureau of een diëtiste. Consulteer bij ernstige opvoedingsproblemen met multiproblematiek een kinderpsycholoog of orthopedagoog.

Wat moet ik uitleggen?

Leg uit dat eetproblemen in de peutertijd vaak voorkomen en meestal vanzelf weer verdwijnen én dat een combinatie van factoren een rol kan spelen bij het slecht eten van het kind. Vertel dat een peuter minder voeding nodig heeft en steeds meer een eigen wil ontwikkelt, waarbij zelf dingen doen en ontdekken hoort. Dergelijk gedrag is dus normaal. Vertel dat slecht eten niets te maken heeft met allergieën. Bespreek dat het kind genoeg voeding binnenkrijgt wanneer het zich normaal gedraagt en goed groeit en dat (tijdelijk) minder eten niet erg is. Leg uit dat het consultatiebureau expertise heeft op dit terrein en de groei en ontwikkeling van het kind ook in de gaten houdt. Adviseer ouders om hun kind positieve aandacht te geven bij gewenst eetgedrag en ongewenst eetgedrag te negeren. Geef tips ten aanzien van de maaltijd: een gezellige en rustige sfeer aan tafel zonder afleidingen; het kind betrekken bij de bereiding van de maaltijd; een half uur voor de maaltijd niets meer eten of drinken; starten met een kleine portie; de maaltijd minimaal 15 minuten laten duren; vaste tijden aanhouden voor de maaltijden; de avondmaaltijd niet te laat laten plaatsvinden; zoveel mogelijk variëren met voedingsmiddelen en nieuwe voeding herhaaldelijk blijven aanbieden; ouders zelf het goede voorbeeld laten geven. Verwijs ouders voor verdere adviezen naar betrouwbare informatie op internet zoals www.mijnkinderarts.nl/ziekten/kinderpsychiatrie-en-gedragsproblemen/eetproblemen.htm.

Literatuur

  • 1.Eekhof JAH, Knuistingh Neven A, Opstelten W. Lastig etende peuters. In: Kleine kwalen bij kinderen. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg, 2009.
  • 2.Bernard-Bonnin AC. Feeding problems of infants and toddlers. Can Fam Physician 2006;52:1247-51.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen