Bewegen is altijd een goed advies, maar onduidelijk is welke beweging bij ouderen vooral de kans op coronaire hartziekte vermindert. Rotterdamse onderzoekers evalueerden bij 5901 deelnemers (ouder dan 55, mediane leeftijd 67) aan de Rotterdamstudie welke vorm van bewegen in dit opzicht het best is. De fysieke activiteit werd gemeten met vragenlijsten en de uitkomst coronaire hartziekte bestond uit myocardinfarct, dood door coronaire hartziekte of een revascularisatieprocedure. De deelnemers werden tussen 1997 en 2001 ingesloten en de mediane follow-upduur was ruim 10 jaar.
In deze periode kregen 642 deelnemers een coronair event (10,9%). Fysieke activiteiten werden in laag, medium en hoog ingedeeld en in de voorspellende modellen werd gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, alcoholgebruik, roken, opleiding, dieet en andere vormen van beweging. De respectievelijke hazard ratio’s voor de medium en hoge categorieën vergeleken met de categorie laag waren 0,79 (95%-BI 0,66 tot 0,96) en 0,71 (95%-BI 0,58 tot 0,87) voor totale fysieke activiteit; 0,76 (95%-BI 0,63 tot 0,92) en 0,70 (95%-BI 0,57 tot 0,88) voor fietsen; en 0,81 (95%-BI 0,66 tot 0,98) en 0,71 (95%-BI 0,56 tot 0,90) voor huishoudelijk werk. Wandelen, sporten en tuinieren verminderden het risico op zichzelf niet.
Een hoge totale fysieke activiteit vermindert dus coronaire hartziekte, en dat hoeft niet in de sportschool.
Lidewij Broekhuizen