Nieuws

En daar komt u nu mee

Gepubliceerd
2 maart 2017
Hoe langer je elkaar kent, hoe hoger de drempel wordt om elkaar aan te spreken op gedrag. Durf je je collega na tien jaar samenwerken te zeggen dat de verhalen over haar kinderen te lang duren? Wie durft zijn partner na vijftien jaar alsnog te vragen om niet met volle mond te praten? Ook in de huisartsenpraktijk kunnen langdurige relaties ons in de weg zitten, ondanks alle voordelen van continuïteit. Zo werk ik met veel plezier al bijna veertien jaar in dezelfde, kleinschalige huisartsenpraktijk. Laatst vertelde een patiënt – de tijd is overigens rijp voor de term cliënt, of bezoeker – over zijn bezoek aan het ziekenhuis. De cardioloog had er niet omheen gedraaid: “U moet nu echt gaan bewegen en afvallen, anders hebben al die pillen ook geen zin.” Hij had een stappenteller gekregen en ging vanaf nu elke maand met de verpleegkundige van het ziekenhuis overleggen over zijn bewegingsgedrag. De cardioloog had hem wakker geschud, stelde hij. Een zeurend insufficiëntiegevoel bekroop mij. Had ik dat niet moeten doen? Daar was toch genoeg tijd voor geweest? Aan de andere kant: iedereen weet toch dat bewegen goed is? En om nou iemand ineens aan te spreken op zijn gewicht, als je samen al zoveel hebt meegemaakt, en die ander zoveel andere problemen heeft? Tja.
In dit nummer bespreekt Yvonne Drewes de vraag: hebben artsen de plicht hebben om leefstijl te bespreken met hun patiënten? Zij gebruikt het voorbeeld van overgewicht. Lees hoe Guy Rutten voor, en Herman Suichies tegen deze plicht pleit. Onderzoek laat zien dat de meeste huisartsen overgewicht vanwege tijdgebrek niet aan de orde stellen, maar ook omdat ze het niet gepast vinden en hier niet goed in getraind zijn. Toch zijn er diverse redenen om het wel te doen. Onderzoeken uit de eerste lijn van de VS, waar overgewicht nog meer aan de orde van de dag is, laten zien dat de meeste patiënten het op prijs stellen wanneer hun arts ongevraagd over hun gewicht begint. Hierbij is het cruciaal dat de arts de juiste termen gebruikt. Zo werden de termen ‘te zwaar’ en ‘dik’ als krenkend ervaren en stelden patiënten de termen ‘hoog BMI’, ‘hoog gewicht’ en ‘gewichtsprobleem’ het meest op prijs. Ik vond dit een prachtig voorbeeld: “Ms. Brown, your BMI is above the healthy range. Excess weight could increase your risk for some health problems. Would you mind if we talked about it?” Zo mooi krijg je het in het Nederlands nooit, maar de toon is duidelijk.
Het is nog niet te laat. Ik heb besloten om het gewoon weer te gaan zeggen. Alsof we elkaar nog maar net kennen.
Lidewij Broekhuizen

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen