Samenvatting
Wijkt de hulp die door huisartsen aan buitenlanders wordt gegeven, dermate in kwaliteit of kwantiteit af van de normale hulpverlening, dat er gesproken kan worden van een bijzondere hulpverlening? Voor een beperkt aantal ziekten bestaat vermoedelijk een verschil in morbiditeitspatroon bij buitenlanders. Huisartsen dienen hiervan op de hoogte te zijn. Ook het ziektegedrag en de wijze van hulpvragen van buitenlanders wijken in allerlei opzichten af. Aannemelijk is dat buitenlanders, zeker in vergelijking met de gemiddelde Nederlandse patiënt, een groter beslag leggen op de tijd van de huisarts. Heel weinig valt nog te zeggen over de vraag hoe deze verschillen zich met de tijd zullen ontwikkelen. Voor zover er aanbevelingen voor onderzoek zijn te doen, liggen deze op het gebied van de communicatie tussen huisartsen en buitenlandse patiënten. Ook nascholing dient hierop gericht te zijn. Voor huisartsen die veel buitenlanders in de praktijk hebben, kan supervisie of een aangepaste psychologische training een goede investering zijn.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.