Het effect van luchtverontreiniging op het ontstaan van hart- en vaatziekten is inmiddels duidelijk. De WHO schat dat wereldwijd elk jaar meer dan één miljoen mensen vroegtijdig overlijdt als gevolg van toenemend fijnstof en ozon. Amerikaans onderzoek wijst uit dat zelfs kortdurende blootstelling aan verhoogde concentraties van deze stoffen nadelig kan zijn voor patiënten met hartfalen.
Anoop Shah et al. publiceerden afgelopen jaar een literatuuronderzoek naar effecten van luchtverontreiniging op sterfte en ziekenhuisopnames onder patiënten met hartfalen. Deze groeiende groep kwetsbare, meestal oudere, patiënten kent een jaarlijkse mortaliteit van 20 tot 50% en loopt relatief veel risico op ziekenhuisopname. De onderzoekers vonden 35 hooggekwalificeerde onderzoeken over dit onderwerp. Alle hadden betrekking op Noord-Amerika, Europa, Australië en Japan. Onderzoeken over ontwikkelingslanden ontbraken.
De onderzoekers stelden vast dat er een duidelijk verband is tussen de ernst van de luchtverontreiniging en sterfte of ziekenhuisopname door hartfalen. In Nederland vormt hartfalen onder normale omstandigheden ongeveer 10% van de totale cardiovasculaire sterfte. In periodes met ernstige luchtverontreiniging loopt dit op tot 30%. Het effect was het sterkst op dagen dat de concentraties fijnstof het hoogst waren en verdween vrij snel wanneer deze weer afnamen. Schadelijke effecten van ozon voor hartpatiënten zijn niet gevonden.
Als fijnstofconcentraties in de VS teruggebracht zouden worden tot minimaal niveau, zou dit jaarlijks bijna 8000 ziekenhuisopnamen minder betekenen, en een kostenbesparing van 300 miljoen dollar. Een landelijke alarmeringsdienst voor fijnstof, zoals gebruikelijk voor pollen en UV-straling is dan ook wenselijk. Ingeval van hoge fijnstofconcentraties is een waarschuwing als: ‘Hartpatiënten, ramen en deuren gesloten houden!’ wel het minste wat de overheid kan doen voor de kwetsbare oudere patiënt met hartfalen.
Anoop S V Shah, et al. Global association of air pollution and heart failure: a systematic review and meta-analysis. Lancet 2013; 382: 1039–48.
Foto: manzrussali/Shutterstock
Reacties
Er zijn nog geen reacties.