Huisartsen die hun patiënten met diabetes mellitus type 2 (DM type 2) een insuline voorschrijven, kiezen meestal voor glargine. Terwijl in de NHG-Standaard juist geadviseerd wordt om te beginnen met een NPH-insuline.
De Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen 2017 van het Instituut voor Verantwoord Medicijnengebruik heeft dit jaar enkele kerngebieden, waaronder DM type 2, onder de loep genomen. Wat opvalt is dat huisartsen over de hele linie de eerste twee stappen van het stappenplan voor de medicamenteuze behandeling trouw volgen. Maar als er gekozen moet worden om insuline aan het regiem toe te voegen (stap 3), kiest slechts 20% van de huisartsen voor het geadviseerde NPH-insuline. Preparaten van tweede keus, zoals glargine en detemir, worden dan als middel van eerste keus voorgeschreven in respectievelijk 45 en 10% van de insulinestarters.
De wijze waarop afgeweken wordt van de NHG-Standaard is niet in elke regio even uitgesproken. Huisartsen in de regio Noord-Holland, Eindhoven en Zwolle houden zich het beste aan de NHG-Standaard. Met Alkmaar aan top met 60% NPH-insulineprescripties bij startende insulinegebruikers. In Friesland, Groningen en Zeeland is het aantal gebruikers aanzienlijk lager dan gemiddeld met de regio Bolsward als dieptepunt met 2% van de nieuwgebruikers.
Een sluitende verklaring voor deze trend is niet te geven. Lokale zorggroep- en FTO afspraken zullen hierop zeker van invloed zijn. De invloed van individuele artsenbezoekers op huisartsen en praktijkondersteuners zal zeker ook een rol spelen. De variatie over de regio’s laat zien dat we van elkaar kunnen leren en dat minder duur voorschrijven goed mogelijk is.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.
