H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website.
H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website. We gebruiken analytische cookies om de website te verbeteren. Tevens gebruiken we cookies voor advertenties. U kunt hieronder aangeven welke cookies u toestaat. We gebruiken de volgende cookies:
Door in te loggen op HAweb krijgt u toegang tot de artikelen op HenW.org.
Beste abonnee, je hebt toegang tot HenW.org door in te loggen met je HAwebSSO-account. Onlangs heb je mail van ons ontvangen hoe je dit account kunt activeren. Hulp nodig bij het aanmaken van een nieuwe inlog? Heb je vragen? Neem dan contact op met onze supportteam via contactcentrum@nhg.org.
Nieuws
Welke patiënten ziet de aios?
Gepubliceerd
2 februari 2012
Aios huisartsgeneeskunde zijn voor een zeer belangrijk deel afhankelijk van het patiëntenaanbod in de opleidingspraktijk als het gaat om het behalen van hun leerdoelen en het ontwikkelen van de vereiste competenties. Maar hoe ziet dat aanbod er nu eigenlijk uit?
Aios huisartsgeneeskunde zijn voor een zeer belangrijk deel afhankelijk van het patiëntenaanbod in de opleidingspraktijk als het gaat om het behalen van hun leerdoelen en het ontwikkelen van de vereiste competenties. Maar hoe ziet dat aanbod er nu eigenlijk uit?
Onderzoekers van het AMC hebben gepoogd deze zwarte doos binnen de opleiding te openen. Zij analyseerden hiervoor het patiëntenaanbod van 49 eerstejaars en 24 derdejaars aios ten aanzien van ICPC-codes en karakteristieken van de patiëntcontacten. Opvallende conclusies werden getrokken.
Het totaal aantal consulten tussen eerste- en derdejaars aios verschilde niet significant, met een gemiddelde van 583 consulten per trimester. Dat is opvallend omdat het opvoeren van het aantal consulten vaak tot de leerdoelen behoort. Ook is deze uitkomst verrassend omdat enkele derdejaars productie-aios zorgden voor zeer hoge uitschieters van het aantal consulten met hun face-to-facecontacten.
Het geschatte aantal ICPC-codes per trimester bedroeg 621 en 662 voor respectievelijk het eerste en het derde jaar. In beide jaren kwam een matig aanbod voor van bloedziekten, mannelijke genitaalklachten en sociale problematiek: klachten die een huisarts volgens de Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk ook minder frequent ziet. In het derde jaar kwamen onder andere chronische ziekten wel significant vaker voor, conform de leerdoelen van het curriculum. Verder bleek dat vrouwelijke aios tweemaal vaker vrouwenklachten zagen dan hun mannelijke collega’s!
Dit geeft zowel voor aios als opleiding te denken. Moet het terugkomdagonderwijs meer worden toegespitst op de tekorten in het aanbod? Moeten er individuele analyses komen van patiëntcontacten ter vorming van leerplannen, ontdekking van blinde patiëntvlekken en wetenschappelijk onderbouwde keuzes voor de derdejaars praktijk(aanbod)? Verplichte vrouwenspreekuren voor mannelijke aios? En bovenal, heeft de aios een voldoende breed aanbod gezien om goed voorbereid de huisartsenmarkt op te gaan? Hoe ziet het aanbod van de opleiders er eigenlijk uit? Dit leuke onderzoek roept weer veel vragen op, en creëert kansen. (Bonnie Zijsling)