1. Welke soort en sterkte corticosteroïd heeft de voorkeur volgens het artikel?
a. Methylprednisolon 40 mg/ml (Solu-Medrol)
b. Methylprednisolon 125 mg/ml (Solu-Medrol)
c. Triamcinolonacetonide 10 mg/ml (Kenacort-A ‘10’)
d. Triamcinolonacetonide 40 mg/ml (Kenacort-A ‘40’)
2. Wat is de juiste beschrijving van de meest aangewezen insteekplaats voor de injectie ten opzichte van de patella?
a. Aan de mediale zijde ter hoogte van de caudale rand van de patella.
b. Aan de mediale zijde ter hoogte van de craniale rand van de patella.
c. Aan de laterale zijde ter hoogte van de caudale rand van de patella.
d. Aan de laterale zijde ter hoogte van de craniale rand van de patella.
3. Op welke wijze dient de injectienaald te worden ingebracht?
a. Horizontaal
b. In een hoek van ongeveer 45 graden naar dorsaal
4. In het artikel worden ontregeling van de bloedsuiker, flushing en menstruatiestoornissen als mogelijke bijwerkingen genoemd. Welke andere bijwerking komt frequent voor na (intra-articulaire) toediening van glucocorticoïden?
a. Diarree
b. Hoofdpijn
c. Urineretentie
d. Verminderde betrouwbaarheid van de pil
5. Welk advies geeft de NHG-Standaard Niet-traumatische knieklachten over het herhalen van de injectie bij onvoldoende resultaat?
a. Maximaal twee keer per jaar, met een interval van minimaal zes weken.
b. Maximaal twee keer per jaar, met een interval van minimaal drie maanden.
c. Maximaal vier keer per jaar, met een interval van minimaal zes weken.
d. Maximaal vier keer per jaar, met een interval van minimaal drie maanden.
6. Mevrouw Santos, 67 jaar, heeft artrose van haar rechterknie. Ze heeft de laatste weken last van pijnklachten bij belasten en start- en ochtendstijfheid. Paracetamol helpt onvoldoende. Ze gebruikt hydrochloorthiazide vanwege hypertensie. Ze vraagt om aanvullende pijnmedicatie. Welke pijnmedicatie heeft in deze situatie de voorkeur?
a. Diclofenac (gel)
b. Naproxen (tablet)
c. Tramadol (tablet)
d. Corticosteroïdinjectie
7. Bij de heer Brussee, 54 jaar, heeft de huisarts een intra-articulaire injectie in de knie toegediend in verband met forse pijnklachten bij artrose. Hij vraagt welk advies geldt voor het belasten van de knie. Welk antwoord is correct?
a. Gedurende 24 uur rust op de bank, daarna voorzichtig de belasting opbouwen.
b. Gedurende 24 uur alleen onbelast bewegen, daarna voorzichtig de belasting opbouwen.
c. Er mag direct actief worden bewogen, maar niet te zwaar worden belast.
d. Er mag direct actief worden bewogen, zonder restrictie in de belasting.
8. Mevrouw Michielsen, 38 jaar, heeft een pijnlijke zwelling op haar rechterknie. Twee dagen geleden heeft ze in de tuin gewerkt en veel op haar knieën gezeten. Ze voelt zich rillerig. De temperatuur is 38,6 °C. De huisarts ziet een rode, warme, fluctuerende zwelling caudaal van de patella. Er zit een klein korstje op. Wat is in deze situatie het gewenste beleid?
a. Aspiratie met achterlaten corticosteroïd
b. Incisie en drainage
c. Start flucloxacilline
De kennistoets is gemaakt door Anne Klijnsma, huisarts en toetsdeskundige. Over vragen en antwoorden wordt niet gecorrespondeerd.
Antwoorden
1d / 2d / 3a / 4b / 5c / 6a / 7c / 8c
Literatuur
- ↲Belo JN, Bierma-Zeinstra SMA, Kuijpers T, Opstelten W, Van den Donk M, Weischer PJ, et al.. NHG-Standaard Niet-traumatische knieklachten. Huisarts Wet 2016;59:62-6. . www.nhg.org
- ↲De Jong L, Janssen PGH, Keizer D, Köke AJA, Schiere S, Van Bommel M, et al.. . , 2019. NHG-Standaard Pijn
- ↲De Jongh AC, Meulendijk Th. Aspiratie en injectie bij zwelling van de knie. Huisarts Wet 2020;63:DOI:10.1007/s12445-020-0500-5.
- ↲Zorginstituut Nederland. Farmacotherapeutisch Kompas. . www.farmacotherapeutischkompas.nl
Reacties
Er zijn nog geen reacties.