Worden adolescenten depressief van een zittend bestaan?

In een prospectief cohortonderzoek selecteerden de auteurs 4257 adolescenten uit de ALSPAC-database (kinderen van moeders die waren bevallen in 1991). Zes jaar lang registreerden zij gedurende een week de fysieke activiteit van de deelnemers op 12-, 14- en 16-jarige leeftijd met een versnellingsmeter.

De primaire uitkomstmaat was de aanwezigheid van depressieve symptomen op 18-jarige leeftijd, gemeten met de CIS-R depressiescore. De gemiddelde totale fysieke activiteit nam af van 326 minuten per dag op 12-jarige leeftijd naar 245 minuten per dag op 16-jarige leeftijd (p < 0,0001). De gemiddelde duur van het zittende bestaan nam toe van 431 minuten per dag op de leeftijd van 12 jaar naar 523 minuten per dag op 16-jarige leeftijd (p < 0,0001). De tijd die de jongeren besteedden aan gemiddelde/forse fysieke activiteit bleef stabiel. Op alle drie de meetmomenten bleek een toename van een uur per dag meer zitten te zijn geassocieerd met een hoge depressiescore op 18-jarige leeftijd. Na analyse waren er op 18-jarige leeftijd 747 (17,5%) gevallen van een mogelijke depressie.

Jonge adolescenten leiden steeds meer een zittend bestaan. Dit onderzoek laat zien dat dit is gerelateerd aan een verhoogde kans op depressieve klachten, maar laat tevens zien dat dagelijks licht fysieke inspanning, zoals wandelen, is gerelateerd aan een risicoreductie van depressie van 16 tot 22%. Voor adolescenten met subklinische depressieve symptomen kan een dergelijke reductie van wezenlijk belang zijn. Bij volwassenen is al langer bekend dat fysieke inspanning helpt bij de behandeling van depressies. Het tijdig verwisselen van de bank voor de benenwagen lijkt een goede manier om een depressie op latere leeftijd te voorkomen.