Uit een vragenlijstonderzoek naar de behandelvoorkeuren van 91 Nederlandse orthopeden en traumachirurgen blijkt dat er weinig consensus is over de voorkeursbehandeling. De respondenten verschillen onderling ook in operatietechniek en operatieve nabehandeling (p < 0,001). Ten opzichte van collega’s uit Scandinavische landen en de Verenigde Staten hebben zij een sterkere voorkeur voor een operatieve behandeling, met name bij jonge, atletische patiënten zonder systemische comorbiditeit of met een grotere ruptuur.
Verminderde functie
In een overkoepelend prospectief cohortonderzoek werd het herstel na een achillespeesruptuur onderzocht op meerdere domeinen bij 50 tweedelijnspatiënten (gemiddelde leeftijd 42 jaar; circa 70% man; circa 30% chirurgisch behandeld). De follow-up bestond uit diverse vragenlijsten over door patiënten gerapporteerde uitkomsten en lichamelijk onderzoek na 3, 6 en 12 maanden. Zelfs na een jaar blijken met name de functie en sportparticipatie in alle groepen minder dan voor de ruptuur. Interessant is dat de door patiënten gerapporteerde uitkomsten beduidend positiever zijn. Patiënten lijken zich dus goed aan te passen aan hun nieuwe situatie. Risicofactoren voor een slechtere uitkomst – ongeacht de behandeling – zijn de mate van peesverlenging na 3 maanden, beweegangst, minder motivatie en minder vertrouwen in herstel.
Aanpassing patiënten
Kortom, een achillespeesruptuur zorgt vaak voor langdurige afwijkingen in de peesstructuur, functie en sportparticipatie, maar de meeste patiënten lijken zich hieraan goed aan te passen. Huisartsen kunnen deze informatie gebruiken bij de voorlichting over behandelopties en de verwachtingen ten aanzien van de prognose.
Lees meer over het proefschrift Achilles tendon rupture: Current clinical practice, imaging and outcome van O.C. Dams.
Literatuur
- Dams OC. Achilles tendon rupture: Current clinical practice, imaging and outcome. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen, 2021 [proefschrift].
Reacties
Er zijn nog geen reacties.