Huisartsen hebben het druk en werken vaak op tijden dat anderen vrij zijn. Maar wie heeft het nou het drukst? Engelse onderzoekers stuurden een vragenlijst naar 4200 huisartsen. Iets meer dan de helft stuurde de vragenlijst terug. Deze groep was redelijk representatief. Antwoorden van de huisartsen op de vraag: ‘Hoeveel uur werkt u gemiddeld per week?’ werden vergeleken met die van leidinggevenden en andere vrije beroepsbeoefenaren. Mannelijke huisartsen werkten 20 minuten tot 2 uur langer dan mannen in de andere genoemde beroepen. Vrouwelijke huisartsen werkten gemiddeld 11 uur minder dan hun mannelijke collega’s en 1,5 uur minder dan vrouwen in andere beroepen. Het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke huisartsen was bijna volledig te verklaren door gezinsomstandigheden: vrouwen reduceren het aantal werkuren als ze kinderen krijgen, hun mannelijke collega’s niet. Wanneer de kinderen ouder zijn dan 18 jaar verdwijnen de verschillen. De onderzoekers vonden verder dat een toename van 10% in de praktijkomvang niet leidde tot een evenredige toename in het aantal gewerkte uren. Verrassend is dat niet want het aantal overheaduren blijft natuurlijk gelijk. En een vollere wachtkamer dwingt tot efficiëntie. Wat leert ons dit onderzoek? Verschillen tussen mannen en vrouwen in de verdeling van de dagelijkse taken spelen ook onder Engelse huisartsen. Ze wijken daarin niet af van hun niet-medisch geschoolde landgenoten. Maar met de toestroom van vrouwen in de huisartsgeneeskunde ligt hier wel een probleem. Overigens zijn de resultaten niet zonder meer vertaalbaar naar de Nederlandse situatie. Mannelijke huisartsen in Nederland werken veel vaker parttime dan hun Engelse collega’s: 27% versus 11%. Hetzelfde geldt voor vrouwelijke huisartsen: 85% versus 49%. Nederlandse mannelijke huisartsen lijken geëmancipeerder dan hun Engelse collega’s, in ieder geval op het gebied van parttime werken. (LJ)
Literatuur
Reacties
Er zijn nog geen reacties.